ECLI:NL:RBDHA:2017:4646

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2017
Publicatiedatum
4 mei 2017
Zaaknummer
C-09-528795-KG ZA 17-334
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring inschrijving aanbesteding CCTV-systemen door Rijkswaterstaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Saab Technologies B.V. en de Staat der Nederlanden, met als onderwerp de ongeldigverklaring van de inschrijving van Saab voor een aanbesteding van CCTV-systemen door Rijkswaterstaat. Saab had zich ingeschreven voor de opdracht tot het engineeren, uitvoeren en onderhouden van CCTV-systemen voor scheepvaartbegeleiding. De inschrijving van Saab werd door Rijkswaterstaat terzijde gelegd omdat deze niet voldeed aan de eisen van de aanbestedingsdocumenten, met name eis SYS-0078, die vereiste dat de videoserver op Linux versie 6 of hoger moest werken. Daarnaast werd gesteld dat de componenten 'videoserver' en 'videocontroller' niet afzonderlijk bestonden in het door Saab aangeboden systeem, wat in strijd was met de eisen voor een modulair systeem zoals beschreven in de aanbestedingsdocumenten.

Saab vorderde in het kort geding dat de ongeldigverklaring van haar inschrijving zou worden ingetrokken en dat haar inschrijving opnieuw beoordeeld zou worden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de redenen voor de ongeldigverklaring voldoende duidelijk waren en dat Saab niet had ingeschreven met een modulair systeem, zoals vereist. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van Saab moesten worden afgewezen, en dat zij als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van besteksconformiteit bij aanbestedingen en de noodzaak voor inschrijvers om zich aan de gestelde eisen te houden. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Saab af en veroordeelde haar in de kosten van het geding, die op € 1.434,-- werden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/528795 / KG ZA 17-334
Vonnis in kort geding van 4 mei 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAAB TECHNOLOGIES B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. J.C. van Vliet te Utrecht,
tegen:
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
(ministerie van Infrastructuur en Milieu),
zetelend te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. A.C.M. Remmé te Utrecht,
waarin zich heeft gevoegd:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEIN TECHNOLOGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. A.A. Boot te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als 'Saab', 'de Staat' en 'Tein'.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties;
- de brieven van Saab van 13 en 17 april 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord van de Staat, met producties;
- de incidentele memorie tot voeging van Tein;
- de op 19 april 2017 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door alle partijen pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.Het incident tot voeging

2.1.
Tein heeft gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van de Staat. Ter zitting heeft de Staat verklaard geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van de incidentele vordering. Saab heeft zich wel tegen toewijzing ervan verzet. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Tein aannemelijk gemaakt dat zij voldoende belang heeft bij de door haar gewenste voeging, teneinde samen met de Staat verweer te kunnen voeren tegen de vorderingen van Saab in de hoofdzaak. Toewijzing van die vordering vermindert immers de kans van Tein, die een geldige inschrijving heeft ingediend, om als winnaar van de aanbesteding uit de bus te komen. Voorts is niet gebleken dat de voeging in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen. Gelet hierop is Tein - zoals ook al aangegeven op de zitting - toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van de Staat.

3.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
3.1.
Rijkswaterstaat - een onderdeel van de Staat - heeft een aanbesteding georganiseerd volgens de niet-openbare procedure conform het Aanbestedingsreglement Werken 2012 ('ARW 2012') in verband met de opdracht tot het engineeren, uitvoeren en onderhouden van CCTV (Closed Circuit Television) systemen voor scheepvaartbegeleiding bij de verkeersposten Dordrecht, Tiel en Nijmegen. Als gunningscriterium wordt gehanteerd de economisch meest voordelige inschrijving.
3.2.
In het kader van die aanbesteding heeft Rijkswaterstaat - onder meer - een Aanmeldings- en selectiedocument, een Inschrijvings- en beoordelingsdocument en een Vraagspecificatie Eisen ter beschikking gesteld aan - potentiële - kandidaten.
3.3.
Voor zover hier van belang vermeldt het Aanmeldings- en selectiedocument:
"2.1 Opdrachtomschrijving
2.1.1
Startsituatie
(…)
Er zijn meerdere aanleidingen om de systemen te vernieuwen:
(…)
3. Het huidige CCTV systeem sluit niet aan op de toekomstvisie van Rijkswaterstaat voor VTS(voorzieningenrechter: Vessel Traffic Service)
systemen. De toekomstvisie omvat:
a. Een modulair opgebouwde keten met koppelvlakken op basis van open standaarden wat concurrentie bij uitvragen van een CCTV systeem mogelijk maakt;
(…)."
3.4.
De Vraagspecificatie Eisen houdt - onder meer - het volgende in:
"2 Systeemdefinitie
(…)
4Gebruiksfase
Deze paragraaf geeft een beschrijving van het systeem tijdens de gebruiksfase vanaf oplevering van het te realiseren systeem. Het beschrijft dus het gewenste nieuw gerealiseerde systeem bij (tussentijdse) oplevering conform het bepaalde in artikel 2 van de Basisovereenkomst, in termen van voorgeschreven oplossingen voor zover die al bepaald zijn.
(…)
Na realisatie hebben de verkeersposten van Dordrecht, Nijmegen en Tiel een nieuw CCTV systeem met cameradekking langs de meest essentiële delen van de vaarweg en overzicht over de overnachtingshavens. De cameradekking is vastgelegd in bijlage 5. Het nieuwe CCTV systeem bestaat onder andere uit: nieuwe IP-camera's langs de vaarwegen, een videoserver per verkeerspost, een videocontroller per werkplek en een videorecorder per verkeerspost. Het nieuwe CCTV systeem maakt gebruik van videostreams over het RWS glasvezelnetwerk (NNV).
(…)
Videorecording
Het nieuwe CCTV systeem beschikt over een videorecorder die volgens het FIFO principe alle videobeelden 24 uur per dag opslaat. Videobeelden kunnen ook permanent worden opgeslagen of worden geëxporteerd naar een ander medium.
Zie ook het bij deze Vraagspecificatie Eisen gevoegde document Blokkenschema Videoketen met bestaand VTS (bijlage 1) voor een visualisatie van het hiervoor omschreven principe.
Update VTS
Binnen enkele jaren is een update van het VTS-systeem voorzien. Het aansluiten van het CCTV systeem op het nieuwe systeem valt buiten de scope van deze Overeenkomst, maar het CCTV systeem dient wel in staat te zijn om, door derden, aan het nieuwe VTS-systeem gekoppeld te worden. In de bijlagen 2 en 4 bij deze Vraagspecificatie Eisen zijn gegevens over deze toekomstige situatie bijgevoegd."
3.5.
Bijlage 9 van de Vraagspecificatie Eisen bevat de
"eisen aan het systeem"en luidt, voor zover hier relevant:
"
SYS-0076
CCTV systeem, toekomstvastheid, modulair
Geldigheidsperiode(s)
Het CCTV systeem dient modulair te zijn opgebouwd conform het ontwerpprincipe dat is opgenomen in bijlage 1 van deze Vraagspecificatie Eisen.
Bovenliggende:
SYS-0052
Onderliggende:
SYS-0077
Stakeholder(s):
Bron:
SYS-0077
CCTV systeem, toekomstvastheid, modulair
Geldigheidsperiode(s)
De koppelvlakken tussen de modulaire onderdelen van het CCTV systeem dienen gedocumenteerd te zijn, waarbij gebruik gemaakt dient te worden van standaard protocollen op basis van open standaarden.
Toelichting:
Dat wil zeggen dat het in de toekomst voor een derde mogelijk moet zijn om een bepaalde module te vervangen zonder dat daarbij onduidelijkheden met betrekking tot de koppelvlakken ontstaan.
Bovenliggende:
SYS-0076
Onderliggende:
Stakeholder(s):
Bron:
SYS-0147
CCTV systeem, toekomstvastheid, uitbreiding
Geldigheidsperiode(s)
Het CCTV systeem dient voorbereid te zijn op een mogelijke uitbreiding van het aantal camera's in de toekomst. Het gaat daarbij om de volgende aantallen:
- Dordrecht: 10 camera's;
- Nijmegen: 10 camera's;
- Tiel: 10 camera's.
De uitbreiding dient mogelijk te zijn zonder aanpassingen in het Videosysteem en het Monitorsysteem.
Bovenliggende:
SYS-0052
Onderliggende:
Stakeholder(s):
Bron:
SYS-0177
CCTV systeem, toekomstvastheid, update VTS systeem
Geldigheidsperiode(s)
Het CCTV systeem dient voorbereid te zijn op de toekomstige update van het VTS systeem. Zie bijlagen 2 en 4 voor het blokschema en de beschrijving van de koppelvlakken in de toekomstige situatie.
Toelichting:
De update vindt plaats na oplevering. De update valt buiten de scope van deze Overeenkomst. Wel dient het CCTV systeem de update mogelijk te maken door te voldoen aan de eisen in de Overeenkomst.
Bovenliggende:
SYS-0052
Onderliggende:
Stakeholder(s):
Bron:
(…)
SYS-0149
Videosysteem, extern raakvlak, verkeerspost, technische ruimte
Geldigheidsperiode(s)
Alle actieve componenten van het videosysteem (tenminste de videoserver, videorecorder en videocontrollers) dienen zich in een serverkast in de technische ruimte (per verkeerspost) te bevinden.
Toelichting:
In Dordrecht en Nijmegen is ruimte beschikbaar in een bestaande serverkast. Afhankelijk van het ontwerp van de Opdrachtnemer kan deze ruimte mogelijk gebruikt worden.
Bovenliggende:
SYS-0065
Onderliggende:
Stakeholder(s):
Bron:
(…)
SYS-0078
Videoserver, bedienen CCTV systeem, besturingssysteem
Geldigheidsperiode(s)
De videoserver dient te werken op Linux versie 6 of hoger.
Toelichting:
Zie ook eis AO140 in Vraagspecificatie Proces.
Bovenliggende:
SYS-0068
Onderliggende:
Stakeholder(s):
Bron:
"
3.6.
Op de aanbesteding hebben in totaal vijf partijen ingeschreven, onder wie Saab, Tein en Chubb Fire & Security B.V.
3.7.
Op 5 december 2016 heeft Rijkswaterstaat Saab in de gelegenheid gesteld haar inschrijving te verduidelijken. In dat verband heeft hij - onder andere - aan Saab gevraagd hoe zij voldoet aan eis SYS-0078. Bij schrijven van 6 december 2016 heeft Saab die vraag als volgt beantwoord:
"De architectuur van het Indigovision systeem(voorzieningenrechter: het systeem waarmee Saab heeft ingeschreven)
wijkt af van de in de VS-E Bijlage 2 Blokschema Videoketen met nieuw VTS, weergegeven architectuur. De componenten Videoserver en Videocontroller bestaan niet als zodanig in de Indigovision architectuur. Indigovision maakt (bewust) gebruik van een gedistribueerde architectuur. Dit is beschreven in het bijgevoegde "Distributed Architecture White Paper". In hoofdstuk 4 van deze White Paper wordt de voor deze inschrijving van toepassing zijnde configuratie beschreven, het "Medium Security Management System". Een Distributed Architecture biedt grote voordelen ten opzichte van een Centralised Architecture. In het bijgevoegde filmpje "Distributed Network Architecture Overview.mp4" worden deze voordelen besproken: schaalbaarheid, geen single-point-of-failure, grote betrouwbaarheid.
De toegepaste 'Videorecorder' is van het merk IndigoVision. Deze Network Video Recorder (NVR) is zowel verkrijgbaar in een Windows en Linux variant. Zie bijgevoegde "IndigoVision-Large-Enterprise-NVR-AS-4000_Datasheet_A4.pdf". Overeenkomstig de eis zal in dit project de Linux variant worden toegepast."
3.8.
Bij brief van 24 februari 2017 heeft Rijkswaterstaat het volgende bericht aan Saab:
"1. Uw inschrijving
U komt niet in aanmerking voor de gunning van de opdracht om de volgende reden(en).
Uw inschrijving is ongeldig, omdat uw inschrijving niet voldoet aan eis SYS-0078. Immers in uw inschrijving staat dat de architectuur van het IndigoVision systeem afwijkt van de in de VS-E Bijlage 2 Blokschema Videoketen Nieuw VTS/CCTV weergegeven architectuur.
Daarbij geeft u ook aan dat de componenten "Videoserver" en "Videocontroller" als zodanig niet bestaan in deze IndigoVision architecture. Het blijkt derhalve dat de aangeboden oplossing afwijkt van bijlage 2 ("Blokschema") bij de Vraagspecificatie Eisen, waarin het ontwerp van RWS uiteen is gezet. De opdracht van deze aanbesteding betreft het engineeren van de CCTV-systemen. De eisen die in de VSE zijn gesteld aan o.a. de videorecorder en de videoserver zijn op dit ontwerp gebaseerd. Tijdens de inlichtingenfase zijn diverse specifieke vragen gesteld (vragen 24, 29 en 47) over eis SYS-0078. De gegeven antwoorden zijn helder en consequent, te weten dat de Videoserver en de daarbij behorende componenten op Linux versie 6 of hoger moeten werken.
(…)
Ik heb uw inschrijving ter zijde gelegd.

2.Gunningsbeslissing

Ik heb in het kader van deze aanbesteding nog geen gunningsbeslissing genomen".
3.9.
De inschrijving van Chubb Fire & Security B.V. - die net als Saab heeft ingeschreven met het systeem IndigoVision - is eveneens terzijde gelegd.

4.Het geschil

4.1.
Saab vordert - zakelijk weergegeven - de Staat te gebieden:
primair
I. de ongeldigverklaring van de inschrijving van Saab in te trekken;
II. de inschrijving van Saab te herbeoordelen, het resultaat daarvan te rangschikken en op grond daarvan een gunningsbeslissing te nemen;
subsidiair
I. de ongeldigverklaring van de inschrijving van Saab in te trekken;
II. de opdracht opnieuw aan te besteden;
een en ander met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
4.2.
Daartoe voert Saab - samengevat - het volgende aan.
De inschrijving van Saab is ten onrechte ter zijde gelegd. Het door haar aangeboden CCTV systeem voldoet namelijk in alle opzichten aan de in de aanbestedingsstukken gestelde (functionele) eisen. Daar komt bij dat Rijkswaterstaat de reden van de terzijdelegging niet duidelijk heeft aangegeven in de brief van 24 februari 2017. Als reden wordt immers aangevoerd dat de inschrijving niet voldoet aan eis SYS-0078 (het werken van de videoserver op Linux versie 6 of hoger), terwijl daarvoor als argument wordt aangegeven dat in het systeem IndigoVision, waarmee Saab heeft ingeschreven, de componenten 'videoserver' en 'videocontroller' niet zijn verwerkt zoals vermeld in het blokschema dat als bijlage 2 is gevoegd bij de Vraagspecificatie Eisen. Daarmee voldoet Rijkswaterstaat niet aan haar plicht om de gunningsbeslissing deugdelijk te motiveren. Bovendien is de terzijdelegging van de inschrijving van Saab disproportioneel.
4.3.
De Staat en Tein voeren gemotiveerd verweer, dat - voor zover nodig - hierna zal worden besproken.

5.De beoordeling van het geschil

Motivering gunningsbeslissing
5.1.
Saab kan niet worden gevolgd in haar stelling dat de gunningsbeslissing niet deugdelijk is gemotiveerd. Anders dan Saab kennelijk meent, heeft Rijkswaterstaat - blijkens de inhoud van de brief van 24 februari 2017 - de inschrijving van Saab niet om één, maar om twee redenen terzijde gelegd. De eerste reden is het niet voldoen aan eis SYS-0078 (het werken van de videoserver op Linux versie 6 of hoger). De andere is de constatering dat de componenten 'videoserver' en 'videocontroller' niet afzonderlijk bestaan in het door Saab aangeboden IndigoVision systeem en dat daardoor haar inschrijving afwijkt van het blokschema zoals opgenomen in bijlage 2 van de Vraagspecificatie Eisen. Daarmee zijn de redenen van de terzijdelegging - en de onderbouwing ervan - voldoende duidelijk kenbaar gemaakt aan Saab in de brief van 24 februari 2017. Dat dat het geval is geweest blijkt ook wel uit de bezwaren die Saab in het onderhavige kort geding naar voren heeft gebracht tegen de gunningsbeslissing.
Besteksconformiteit
5.2.
In het Aanmeldings- en selectiedocument wordt uitdrukkelijk aangegeven dat het bestaande CCTV systeem - een systeem waarbij de verschillende componenten zijn geïntegreerd - niet aansluit op de toekomstvisie van Rijkswaterstaat en dat wordt verlangd dat wordt ingeschreven met een
modulair opgebouwde keten met koppelvlakken op basis van standaarden. Ook uit bijlage 9 van de Vraagspecificatie Eisen - in het bijzonder de daarin opgenomen eisen SYS-0076 en SYS-0077 - volgt onmiskenbaar dat het aanbod een modulair systeem moet betreffen, terwijl uit eis SYS-0149 blijkt dat in ieder geval de videoserver, de videorecorder en de videocontroller(s) afzonderlijke modules/componenten dienen te zijn. Dit laatste blijkt ook uit de bij de Vraagspecificatie Eisen - als bijlagen 1 en 2 - gevoegde blokschema's; naar bijlage 1 wordt ook expliciet verwezen in het kader van eis SYS-0076. In die schema's nemen de hiervoor vermelde componenten - binnen het CCTV systeem - separate posities in. Voor zover Saab heeft aangevoerd dat in bijlage 1 het bestaande - aan vervanging toe zijnde - CCTV systeem wordt weergegeven, althans dat zij daarvan mocht uitgaan, kan zij daarin niet worden gevolgd. Zowel bijlage 1 als bijlage 2 betreft het aan te bieden systeem, met dien verstande dat bijlage 1 ziet op het verlangde CCTV systeem met het bestaande - buiten de scope van de opdracht vallende - VTS-systeem en bijlage 2 op het verlangde CCTV systeem met het nieuwe - ook buiten de scope van de opdracht vallende - VTS-systeem, op welke vervanging het aan te bieden CCTV systeem - blijkens de Vraagspecificatie Eisen en eis SYS-0177 - moet zijn toegerust/voorbereid. Het voorgaande valt niet enkel af te leiden uit de bijlagen zelf, maar ook uit de Vraagspecificatie Eisen waarin - in de paragraaf
Gebruiksfase, subonderdeel
Videorecording- met betrekking tot het nieuwe CCTV systeem wordt verwezen naar bijlage 1 en voor wat betreft het nieuwe CCTV systeem na de update van het VTS-systeem naar bijlage 2, alsmede uit (de omschrijving van) de eisen SYS-0076 en SYS-0177. Bezien in het licht van het vorenstaande doet daaraan niet af dat onder de op pagina 8 van het Aanmeldings- en selectiedocument opgenomen "figuur" als tekst staat vermeld
:"Te vernieuwen systeem", noch dat het titelblad van bijlage 1 van de Vraagspecificatie Eisen vermeldt:
"Blokschema Videoketen Bestaand VTS/CCTV". In dat verband heeft het woord
"Bestaand"slechts betrekking op het thans aanwezige VTS-systeem.
5.3.
Uit het voorgaande volgt dat moet worden ingeschreven met een modulair CCTV systeem. Saab heeft dat - als behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend - inschrijver ook moeten (kunnen) begrijpen. De stelling van Saab dat de opdracht - in dat opzicht - 'functioneel' is uitgevraagd wordt dan ook verworpen.
5.4.
Saab heeft ingeschreven met een systeem van IndigoVision waarbij de videoserver en de videocontroller geen afzonderlijke componenten betreffen maar zijn geïntegreerd in het systeem. Daarmee heeft zij - gelet op hetgeen hiervoor onder 5.2 en 5.3 is overwogen - een niet-besteksconform aanbod gedaan en diende Rijkswaterstaat haar inschrijving reeds om die reden - als ongeldig - terzijde te leggen, gelet op het bepaalde in artikel 3.25.1 ARW 2012.
Proportionaliteit
5.5.
Voor zover Saab heeft aangevoerd dat de terzijdelegging van haar inschrijving disproportioneel is wordt daaraan voorbijgegaan. Daarvoor is allereerst van belang dat zij in dat verband in feite enkel heeft gesteld dat eis SYS-0078 van ondergeschikt belang is en de gegrondheid van de terzijdelegging - zoals hiervoor al overwogen - in dit kort geding niet is gelegen in het niet voldoen aan die eis, maar in de omstandigheid dat Saab niet heeft ingeschreven met een modulair CCTV systeem. Voorts staat het in acht te nemen gelijkheidsbeginsel niet toe dat een niet-besteksconforme inschrijving toch als geldig wordt aangemerkt. Daar komt bij dat de Staat aannemelijk heeft gemaakt dat een modulair systeem - gelet op de 'toekomstvastheid' ervan en het kostendrukkend effect in geval van vervanging van c.q. uitbreiding met één of meer componenten - in vergelijking tot een geïntegreerd systeem substantiële voordelen oplevert, althans kan opleveren.
Afronding
5.6.
De slotsom is dat de vorderingen van Saab reeds op grond van het bovenstaande zullen worden afgewezen. De vraag of is voldaan aan eis SYS-0078 kan daarmee verder buiten beschouwing blijven.
5.7.
Saab zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals in het dictum vermeld. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

6.De beslissing

De voorzieningenrechter:
6.1.
wijst de vorderingen van Saab af;
6.2.
veroordeelt Saab in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van zowel de Staat als Tein (telkens) begroot op € 1.434,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 618,-- aan griffierecht, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis;
6.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2017.
jvl