Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Asylum in Lithuania’dat tegen deze beslissingen geen rechtsmiddel openstaat.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Litouwen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij zich liet vertegenwoordigen door zijn advocaat. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en direct mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank overweegt dat niet in geschil is dat Litouwen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser een Schengenvisum van dat land heeft ontvangen. De kern van het geschil betreft de vraag of Nederland de verantwoordelijkheid moet aanvaarden, gezien de tekortkomingen in de asielprocedure in Litouwen. Eiser stelt dat uit het USDOS Country Report van maart 2017 blijkt dat Litouwse autoriteiten asielzoekers uit veilige landen zonder inhoudelijke beoordeling terugsturen, wat een risico op indirect refoulement met zich meebrengt.
De rechtbank oordeelt dat het betoog van eiser niet nieuw is en dat verweerder terecht heeft verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om af te wijken van het oordeel van de Afdeling, en dat er voldoende effectieve rechtsmiddelen bestaan voor eiser in Litouwen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.