Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2017 in de zaken tussen
[B.V. naam 2]en
[B.V. naam 3], beide gevestigd te [plaats] , eisers sub 1
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
[B.V. naam 4], te [plaats] , vergunninghoudster
Procesverloop
Overwegingen
met de daarbij behorende voorzieningen zoals:
worst case‑situatie van zeven gelijktijdige uitvaarten. Hoewel dit volgens vergunninghoudster in de praktijk niet voorkomt, zijn de berekeningen van [naam adviesbureau] niettemin daarop gebaseerd. De rechtbank volgt eisers sub 1 en 2 dan ook niet in hun betoog dat rekening had moeten worden gehouden met een tweede gelijktijdige uitvaart op de begraafplaats of een extra marge van 10%. Uitgaande van zeven gelijktijdige uitvaarten geldt een parkeereis van 220 parkeerplaatsen. Nu vergunninghoudster 242 parkeerplaatsen zal realiseren, wordt naar het oordeel van de rechtbank ruimschoots aan de parkeernorm voldaan.
De rechtbank stelt vast dat eiseres sub 2 geen tegenrapport hebben overgelegd waaruit blijkt dat dit onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd dan wel de uitkomst daarvan onjuist is. De rechtbank gaat daarom voorbij aan hun betoog.