ECLI:NL:RBDHA:2017:9735
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van AIO-aanvraag wegens ontbreken Nederlandse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) over de afwijzing van een aanvraag voor een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-aanvulling). De eiser, die in 2006 naar Suriname was geremigreerd en in 2011 afstand had gedaan van zijn Nederlandse nationaliteit, verzocht om een AIO-aanvulling. De Svb heeft de aanvraag afgewezen op grond van het feit dat eiser geen Nederlandse nationaliteit bezat en dus niet voldeed aan de voorwaarden voor de AIO-aanvulling. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat hij de Nederlandse nationaliteit nog steeds bezat en dat de afstand niet rechtsgeldig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, ondanks zijn argumenten, niet kon aantonen dat hij de Nederlandse nationaliteit had behouden. De rechtbank oordeelde dat de afstand van de nationaliteit rechtsgeldig was en dat de Svb terecht had geoordeeld dat eiser niet in aanmerking kwam voor de AIO-aanvulling. De rechtbank honoreerde ook het beroep van eiser op betalingsonmacht voor het griffierecht, maar dit had geen invloed op de inhoudelijke beoordeling van de zaak. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, en werd hem geen AIO-aanvulling toegekend. De rechtbank benadrukte dat eiser, indien zijn procedure omtrent de nationaliteit succesvol zou zijn, een nieuwe aanvraag voor de AIO-aanvulling kon indienen.