Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. C.W. Meindersma,
1.de vennootschap onder firma Orange Hotel Marketing,
gedaagde partij sub 1;
[gedaagde 1],
Lucia Andrea Maria [gedaagde 2],
1.Procedure
- de inleidende dagvaardingen van 12 en 15 mei 2017;
- de conclusie van antwoord genomen op de rol van 26 juli 2017;
- de in het geding gebrachte producties.
Feiten
3.Vordering, grondslag en verweer
- Vanwege de vele creatieve keuzes die bij de totstandkoming zijn gemaakt, zijn de foto’s werken in de zin van artikel 10 aanhef en sub 9 van de Auteurswet (Aw) omdat zij een eigen en oorspronkelijk karakter hebben en het stempel van de maker dragen.
- [eiser] is maker van en auteursrechthebbende ten aanzien van de foto’s.
- OHM c.s. maken inbreuk op het auteursrecht van [eiser] zoals bedoeld in artikel 1 jo. artikel 12 lid 1 aanhef en onder 1 en artikel 13 Aw, aangezien zij zonder toestemming van [eiser] de foto’s hebben verveelvoudigd en openbaar hebben gemaakt.
- Ook hebben OHM c.s. inbreuk gemaakt op de persoonlijkheidsrechten van [eiser] zoals bedoeld in artikel 25 Aw door te verzuimen zijn naam bij de foto’s te vermelden (lid 1 aanhef en onder a), door de indruk te wekken dat de foto’s afkomstig zijn van OHM c.s. (lid 1 aanhef en onder b) en door de foto’s te verminken, althans te wijzigen (lid 1 aanhef en onder d, dan wel onder c.).
- Op grond van artikel 27 Aw komt [eiser] het recht toe om in rechte een schadevergoeding te vorderen.
- Het recht tot sublicentiering moet worden geacht te zijn geïncorporeerd in de aan het hotel verstrekte licentie. Het gebruik van de foto’s door OHM c.s. valt binnen het kader van de bedrijfsvoering van het hotel en valt daarmee binnen de licentie.
- OHM c.s. stellen met betrekking tot de foto’s op hun website, dat geen sprake is van inbreuk omdat zij aan alle voorwaarden van artikel 15a Aw met betrekking tot het citaatrecht hebben voldaan.
- Er is geen sprake van inbreuk op persoonlijkheidsrechten doordat de naam van [eiser] niet is vermeld. In de onderhavige zaak moet [eiser] worden geacht afstand te hebben gedaan van dit persoonlijkheidsrecht. Dat volgt uit de afspraken tussen hem en het hotel en de staande praktijk in de hotelfotografie, althans [eiser] ’ verzet is in strijd met de redelijkheid. OHM c.s. betwisten dat zij de indruk zouden hebben gewekt dat zij de makers zijn van de foto’s. Er is volgens OHM c.s. geen sprake van verminking of een wijziging waar [eiser] zich tegen kan verzetten. [eiser] heeft namelijk niet concreet gemaakt dat er sprake is van nadeel aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid. De wijziging van de foto is zodanig dat verzet in strijd met de redelijkheid is. Bovendien moet geacht worden dat [eiser] afstand te hebben gedaan van het recht zicht tegen bewerking te verzetten.
- OHM c.s. betwisten de gevorderde schadevergoeding. Deze is exorbitant. Er is geen plaats voor een punitief element. Uitgangspunt dient te zijn wat de vergoeding zou zijn geweest in het hypothetische geval dat toestemming zou zijn gegeven voor het gebruik van de foto’s. [eiser] heeft niet toegelicht waarom aansluiting zou moeten worden gezocht bij de tarieven van Stichting Foto Anoniem. OHM c.s. betwisten de relevantie van die tarieven. De algemene voorwaarden van de Vereniging Dutch Photographers zijn niet van toepassing. Er is geen onderbouwing gegeven voor het gestelde nadeel of de gestelde schade ten gevolge van de inbreuk op persoonlijkheidsrechten.
4.Beoordeling
dusonder eigen naam gepubliceerd hebben, zodat niet kan worden vastgesteld dat OHM c.s. ook op deze wijze [eiser] ’ persoonlijkheidsrechten hebben geschonden.