ECLI:NL:RBDHA:2018:14210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van zorgscore en advies CIZ
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag voor dubbele kinderbijslag had ingediend voor haar zoon, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank als verweerder. Eiseres had op 4 september 2017 een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor haar zoon, geboren in 2008. De aanvraag werd afgewezen op basis van een advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), waarin aan de zorgbehoefte van de zoon geen punten werden toegekend. Eiseres ging in beroep tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank, dat het bezwaar ongegrond had verklaard.
De rechtbank overwoog dat de Sociale Verzekeringsbank zich terecht had gebaseerd op het advies van het CIZ, dat als deskundigenadvies moet worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete aanknopingspunten waren om aan de zorgvuldigheid of de juistheid van het advies te twijfelen. Eiseres had aangevoerd dat de zorg voor haar zoon intensief was, maar de rechtbank oordeelde dat de zorgscore van nul punten op verschillende aandachtsgebieden, zoals lichaamshygiëne, zindelijkheid en communicatie, terecht was vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de dubbele kinderbijslag alleen wordt toegekend als het kind zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren dat de verzorging door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.