ECLI:NL:RBDHA:2018:14432
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Albanese eisers op grond van kennelijke ongegrondheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2018 uitspraak gedaan in de asielaanvragen van twee Albanese eisers. De aanvragen werden afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de aanvragen als kennelijk ongegrond bestempelde. De eisers, geboren in respectievelijk 1999 en 1992, hadden op 18 oktober 2018 asiel aangevraagd, na te zijn bedreigd door buurtgenoten in Albanië. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat Albanië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De eisers hadden niet voldoende bewijs geleverd dat zij bij terugkeer naar Albanië een reëel risico op ernstige schade zouden lopen, zoals bedoeld in artikel 3 van het EVRM. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de eisers over de problemen na het doen van aangifte niet geloofwaardig waren en dat de Albanese autoriteiten hen bescherming hadden geboden na de aanval. De rechtbank verklaarde de beroepen van de eisers ongegrond en bevestigde de inreisverboden die voor de duur van twee jaar waren opgelegd.