ECLI:NL:RBDHA:2018:1976
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Somalische eiser wegens onvoldoende geloofwaardigheid van bedreigingen door Al-Shabaab en reëel risico bij terugkeer naar Mogadishu
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Somalische eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris oordeelde dat de aanvraag ongegrond was, omdat de geloofwaardigheid van de bedreigingen door de terreurorganisatie Al-Shabaab niet kon worden vastgesteld. De eiser had verklaard dat hij als voorzitter van de Somalische tafeltennisassociatie in 2009 bedreigd was na een toespraak, en dat zijn huis was aangevallen door Al-Shabaab, wat leidde tot de dood van zijn zoon en schoonmoeder. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de identiteit en herkomst van de eiser geloofwaardig achtte, maar de bedreigingen en de gevolgen daarvan niet. De rechtbank vond dat de staatssecretaris ten onrechte had geoordeeld dat de eiser bij terugkeer naar Mogadishu geen reëel risico op ernstige schade zou lopen, gezien zijn medische toestand, leeftijd en gebrek aan een sociaal netwerk. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser.