In deze civiele procedure tussen Creditsafe Nederland B.V. (eiseres) en AWEV B.V. (gedaagde) heeft de rechtbank Den Haag op 10 januari 2018 een rolbeslissing genomen naar aanleiding van een uitstelverzoek van AWEV. AWEV had op 28 november 2017 een eenstemmig uitstelverzoek ingediend, maar Creditsafe maakte bezwaar tegen de eenstemmigheid. De rechtbank oordeelde dat er geen gegronde reden was voor AWEV om niet tijdig haar conclusie van antwoord in te dienen. De rechtbank volgt het Landelijk procesreglement, dat bepaalt dat bij het niet tijdig verrichten van proceshandelingen, zonder tijdig uitstelverzoek, een akte niet dienen wordt verleend. Het verzoek van AWEV om alsnog te mogen concluderen voor antwoord werd afgewezen.
De rechtbank heeft wel een comparitie van partijen gelast, waarbij AWEV haar standpunt mondeling kan toelichten. AWEV dient Creditsafe voorafgaand aan de zitting in te lichten over haar verweer, zodat Creditsafe zich hierop kan voorbereiden. De rechtbank benadrukt dat het honoreren van het verzoek om schriftelijk verweer te voeren, zou leiden tot een verkapte conclusie van antwoord, wat niet is toegestaan. De comparitie is gepland op 21 februari 2018, waarbij mr. H.J. Vetter als comparitierechter zal optreden. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. L. Alwin op 10 januari 2018.