Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst c.q. voeging
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
gestreefdom de loting nog dezelfde dag te laten plaatsvinden.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door een besloten vennootschap (hierna: eiseres) tegen de Gemeente Den Haag (hierna: de gemeente) en een andere besloten vennootschap (hierna: B.V. I) naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure voor de herinrichting en vervanging van de riolering in de wijk Bezuidenhout. Eiseres en B.V. I hebben beide met dezelfde inschrijfsom ingeschreven, wat leidde tot een loting. Eiseres was echter niet op de hoogte gesteld van de datum en tijdstip van de loting en was daardoor niet aanwezig. Eiseres stelt dat de gemeente in strijd heeft gehandeld met de Aanbestedingsregels en het gelijkheids- en transparantiebeginsel door haar niet te informeren over de loting.
De mondelinge behandeling vond plaats op 7 februari 2018, waarna de voorzieningenrechter op 21 februari 2018 vonnis heeft gewezen. De rechtbank oordeelt dat de gemeente eiseres niet op de hoogte heeft gesteld van de loting, wat in strijd is met artikel 7.25.3 van de Aanbestedingsregels. De gemeente had eiseres tijdig moeten informeren over waar, wanneer en door wie de loting zou plaatsvinden, zodat zij aanwezig kon zijn. De rechtbank concludeert dat de gemeente de voorgeschreven procedure niet heeft gevolgd en het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden, aangezien B.V. I wel aanwezig was bij de loting.
De vordering van eiseres om de gemeente te verbieden de opdracht aan B.V. I te gunnen wordt toegewezen. Tevens wordt de gemeente opgedragen om de loting opnieuw uit te voeren, waarbij zowel eiseres als B.V. I in de gelegenheid worden gesteld om aanwezig te zijn. De vordering van B.V. I wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de kosten van de gemeente. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.