ECLI:NL:RBDHA:2018:3813
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening en herhaalde aanvragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2018 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, van Senegalese nationaliteit, zijn asielaanvraag niet in behandeling genomen zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat de eerdere afwijzing van de asielaanvraag in Duitsland, waar de eiser ook een aanvraag had ingediend, van invloed was op de huidige aanvraag in Nederland. De eiser had in 2017 een asielaanvraag ingediend, maar deze was niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank overwoog dat de beslissing om een asielaanvraag niet in behandeling te nemen op grond van artikel 30 van de Vreemdelingenwet 2000, ook kan worden gezien als een inhoudelijke beoordeling. Dit betekent dat de eiser niet kon volstaan met een herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren, zoals vereist onder artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank volgde het standpunt van de eiser niet en verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij ook aangaf dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.