In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap BY-BOO B.V. en de rechtspersoon DE POORTERE DECO N.V. over inbreuk op intellectuele eigendomsrechten. BY-BOO, die zich richt op de verkoop van meubelen, wordt verweten dat zij inbreuk maakt op de auteursrechten van DE POORTERE, die decoratief textiel produceert, waaronder tapijten. De Poortere heeft in het verleden een verbod verkregen op de verkoop van tapijten door BY-BOO die inbreuk zouden maken op haar rechten. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat BY-BOO inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van DE POORTERE met betrekking tot bepaalde tapijten, maar niet met betrekking tot andere ontwerpen. In deze procedure vordert BY-BOO de opheffing van een dwangsom die aan haar is opgelegd in het kader van een eerdere uitspraak, waarin zij werd verplicht om inbreukmakende tapijten te vernietigen. BY-BOO stelt dat zij niet in staat is om aan deze verplichting te voldoen, omdat zij niet meer over de tapijten beschikt. DE POORTERE verzet zich tegen deze vordering en stelt dat BY-BOO onvoldoende inspanningen heeft geleverd om aan de eerdere veroordeling te voldoen. De rechtbank oordeelt dat BY-BOO niet voldoende heeft aangetoond dat zij aan de verplichtingen heeft voldaan en wijst de vorderingen van BY-BOO af. Tevens wordt BY-BOO veroordeeld in de proceskosten.