ECLI:NL:HR:2010:BL0004
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Dwangsom en onmogelijkheid tot uitvoering van hoofdveroordeling in civiele procedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een eerdere veroordeling van MANAGEMENT TEAM NOORD B.V. (MTN) door het gerechtshof te Arnhem. Het hof had MTN veroordeeld tot het verstrekken van een nauwkeurige specificatie van werkzaamheden aan de verweerder, Dental Depot Groningen B.V. en Medidenta B.V., op straffe van een dwangsom. MTN stelde dat het voor haar onmogelijk was om aan deze veroordeling te voldoen, omdat zij niet meer beschikte over de benodigde specificaties. De Hoge Raad oordeelde dat de beoordeling van de onmogelijkheid om de hoofdveroordeling uit te voeren, moet plaatsvinden aan de hand van feiten en omstandigheden die zich na de hoofdveroordeling hebben voorgedaan. De Hoge Raad benadrukte dat de rechter in bijzondere omstandigheden rekening kan houden met een gebrek aan zorgvuldigheid van de veroordeelde vóór de hoofdveroordeling, maar dat dit niet automatisch leidt tot de conclusie dat er sprake is van onmogelijkheid. In dit geval oordeelde de Hoge Raad dat MTN zelf verantwoordelijk was voor het niet bewaren van de benodigde stukken en dat dit geen onmogelijkheid in de zin van artikel 611d Rv opleverde. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.