In deze zaak heeft de kantonrechter te 's-Gravenhage op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en het Invorderingsbedrijf B.V. De eisers, die een vordering hadden ingesteld tegen het Invorderingsbedrijf, stelden dat het bedrijf zijn zorgplicht had geschonden door hen niet correct te informeren over de kosten van de procedure. De eisers hadden een bedrag van € 1.500,00 aan hun voormalige verhuurder, [verhuurder], geclaimd, maar het Invorderingsbedrijf had hen geadviseerd om te procederen zonder hen te wijzen op de hoge kosten die daarmee gepaard zouden gaan. De kantonrechter oordeelde dat het Invorderingsbedrijf had moeten adviseren om niet te procederen, gezien de kosten niet opwogen tegen de te verwachten opbrengsten. De kantonrechter oordeelde dat het Invorderingsbedrijf toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst en dat de eisers schade hadden geleden als gevolg van dit tekortschieten. De vordering van de eisers werd toegewezen, waarbij het Invorderingsbedrijf werd veroordeeld tot betaling van € 3.436,03, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van professionele dienstverleners en het belang van transparante communicatie over kosten.