ECLI:NL:RBDHA:2019:12876

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 december 2019
Publicatiedatum
4 december 2019
Zaaknummer
NL19.26620
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van biseksuele geaardheid en motiveringsgebrek

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was eerder afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de aanvraag als kennelijk ongegrond had bestempeld. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij biseksueel is en dat hij vreest voor vervolging in Marokko vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser over zijn biseksualiteit onvoldoende zijn gemotiveerd door de verweerder. De rechtbank oordeelt dat de verweerder de verklaringen van eiser niet voldoende heeft betrokken in het bestreden besluit en dat er sprake is van een motiveringsgebrek. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en geeft de verweerder de opdracht om een nieuw besluit te nemen binnen zes weken. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.024,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.26620

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.S.R. Mangroelal).

ProcesverloopBij besluit van 29 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL19.26621, plaatsgevonden op 26 november 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is I. Zyad verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1
Eiser heeft de Marokkaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1986.
Eiser is op 16 juli 2019 staande gehouden en door de Koninklijke Marechaussee in bewaring gesteld. Op 23 juli 2019 heeft eiser een asielaanvraag ingediend en daaraan ten grondslag gelegd dat hij in Marokko heeft deelgenomen aan demonstraties en daardoor in de negatieve belangstelling staat van de autoriteiten.
Bij besluit van 1 september 2019 is de asielaanvraag kennelijk ongegrond verklaard. Eiser heeft niet binnen de geldende beroepstermijn beroep ingesteld tegen de afwijzing van de asielaanvraag. Hierdoor is het besluit van 1 september 2019 rechtens onaantastbaar geworden.
1.2
Eiser heeft op 23 september 2019 opnieuw een asielaanvraag ingediend en daaraan ten grondslag gelegd dat hij biseksueel is. Dit maakt dat eiser vreest voor terugkeer naar zijn land van herkomst.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
 de identiteit, nationaliteit en herkomst;
 de biseksuele gerichtheid.
Eisers identiteit, nationaliteit en herkomst wordt door verweerder geloofwaardig geacht. De biseksuele gerichtheid wordt echter niet geloofwaardig geacht.
3. Eiser voert in beroep aan dat de standpunten die worden verwoord in de zienswijze door verweerder worden gevolgd. Namelijk dat verweerder op pagina 2 en 3 van het bestreden besluit erkent dat de belangrijkste reden voor eiser om Marokko te verlaten is gelegen in het feit dat hij in Marokko zijn gestelde biseksuele geaardheid niet kan uiten omdat het verboden en strafbaar is om een relatie met mannen te hebben. Hierdoor kan de gegeven motivering in de rest van het bestreden besluit geen stand houden.
De stellingen van verweerder op pagina 2 van het bestreden besluit dat het enkel hebben van meer interesse in een man niet maakt dat iemand biseksueel is en eiser geen inzicht zou geven in hoe hij zijn seksuele gerichtheid heeft ontdekt en beleefd, zijn stellingen die als motivering niet relevant zijn. Essentieel is dat dit in Marokko strafbaar is en dat eiser tijdens het gehoor concreet heeft verklaard over zijn relatie met een man in Spanje, de reden waarom eiser die relatie verbrak en zijn relaties met vrouwen. De inhoud van het rapport gehoor opvolgende aanvraag is voldoende concreet en niet zo vaag als verweerder stelt, waardoor er sprake is van een motiveringsgebrek. Zo heeft eiser ook verklaard over zijn relatie met vrouwen en over zijn vriendin [A] die zijn biseksuele geaardheid accepteert.
4. De rechtbank oordeelt als volgt.
4.1
Gelet op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 1 februari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:209) heeft verweerder Marokko mogen aanwijzen als veilig land van herkomst. Eiser heeft dit in beroep niet bestreden. In het geval van eiser bestaat daarom een algemeen rechtsvermoeden dat hij geen bescherming nodig heeft. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat hij wél bescherming nodig heeft. De aanwijzing van Marokko als veilig land geldt niet voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT’ers). Op grond van vaste rechtspraak van de Afdeling, onder meer de uitspraak van 27 oktober 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2940), dient de vreemdeling zelf zijn homoseksualiteit en het daarbij behorende bewustwordingsproces aannemelijk te maken. Eiser stelt biseksueel te zijn, maar verweerder heeft dit element uit het relaas van eiser ongeloofwaardig geacht. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
4.2
De rechtbank overweegt allereerst dat de enkele omstandigheid dat verweerder in het bestreden besluit erkent dat
uit de verklaringen(cursivering rechtbank) van eiser valt op te maken dat de belangrijkste reden voor eiser om in Marokko zijn gestelde biseksuele geaardheid niet te uiten, ligt in het feit dat het verboden en strafbaar is om een relatie met mannen te hebben, niet maakt dat de gegeven motivering in de rest van het bestreden besluit daarom geen stand kan houden.
4.3
Verweerder stelt dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij – mede gegeven dat eiser afkomstig is uit een land waar een afwijkende seksuele gerichtheid problemen kan opleveren – zijn biseksuele gerichtheid heeft ontdekt en beleefd omdat hij hierover zeer summiere en zelfs wisselende verklaringen zou hebben afgelegd. Zo zou eiser wisselend hebben verklaard over of hij zijn geaardheid als “normaal” heeft ervaren of als “niet normaal”. De rechtbank overweegt dat uit het gehoor opvolgende aanvraag blijkt dat eiser de gevoelens voor zichzelf normaal vond, maar dat de gevoelens ook gepaard gingen met angst omdat hij wist dat de maatschappij, de cultuur en zijn familie het verkeerd vonden. “Als je het doet, ben je aan het genieten en weet je niet wat je doet, maar als je helder bent, krijg je spijt, omdat de reactie van anderen slecht kan zijn. Dit zijn dingen die dubbel zitten bij iemand die de gevoelens heeft”, aldus eiser (pagina 7). Daarna verklaart hij nogmaals dat zijn gevoelens vanwege de maatschappij en religie een taboe waren en verboden waren, maar omdat hij de gevoelens voor zichzelf hield het normaal was (pagina 8). Eiser verklaart dat hij de gevoelens voor zichzelf normaal acht, maar dat hij door de beperkingen in de cultuur en religie geen vrijheid had om zich te uiten (pagina 8). Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze verklaringen niet aan te merken als wisselend. Bovendien heeft verweerder ten onrechte geconcludeerd dat eiser geen inzicht heeft gegeven in de beleving van zijn seksuele geaardheid gegeven eisers achtergrond. Eiser heeft immers herhaalde aangegeven een onderscheid te maken tussen enerzijds de interne beleving van zijn geaardheid en anderzijds de onmogelijkheid om deze beleving te uiten vanwege het taboe dat op het onderwerp rust in Marokko. Dat sprake is van (te) summiere verklaringen op dit punt, is de rechtbank niet gebleken.
4.4
In het bestreden besluit stelt verweerder voorts dat niet langer wordt tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig zou hebben verklaard over de vraag of hij ooit een serieuze relatie heeft gehad met een man. Dit neemt volgens verweerder echter niet weg dat de overige verklaringen van eiser omtrent relaties niet worden gevolgd. Zo zou eiser volgens verweerder vaag en ongerijmd hebben verklaard over zijn relatie met [B] in Spanje, omdat hij enerzijds heeft verklaard dat hij in het contact met mannen belangrijk vindt dat hij zijn gevoelens kan uiten en anderzijds heeft verklaard dat hij de relatie met [B] heeft beëindigd omdat [B] open sprak over zijn gevoelens voor eiser.
De rechtbank overweegt dat uit het gehoor opvolgende aanvraag blijkt dat eiser zich in Spanje vrijer voelde om zijn eigen keuzes te maken wat betreft zijn seksuele voorkeur. De mensen in Spanje zouden daar geen moeite mee hebben en dit gaf eiser een gevoel van veiligheid dat prettig voelde (pagina 17). Echter, omdat hij in Spanje nog geen verblijfsvergunning had waardoor hij in onzekerheid zat over eventuele terugkeer naar Marokko en omdat er Marokkanen bij hem in de buurt woonden, stelde eiser grenzen aan zichzelf en zijn relaties met mannen (pagina 17). Eiser verklaart dat de reden dat hij de relatie met [B] heeft verbroken is dat [B] open sprak over zijn gevoelens voor eiser. In het openbaar sprak [B] vrij over zijn liefde voor eiser en de relatie en eiser was bang dat dit bij de Marokkaanse gemeenschap terecht zou komen. Dat zou dan een groot probleem voor eiser zijn bij terugkeer naar Marokko (pagina 15). Deze angst werd voor eiser bevestigd doordat hij door zijn moeder vanuit Marokko werd gebeld omdat zij nieuws over hem in Spanje te weten was gekomen (pagina 17). Eiser verklaart dat hij zo opgelucht en blij was dat zijn moeder enkel over drugsgebruik had gehoord en niet over zijn relatie met [B], want daar was eiser heel erg bang voor (pagina 17). Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze verklaringen over eisers relatie en de reden dat hij, ondanks dat hij zich in Spanje vrijer voelde, de relatie met [B] toch beëindigde, niet aan te merken als vaag en ongerijmd.
4.5
Verweerder stelt tevens dat eiser met betrekking tot zijn relaties en contacten enkel over seksuele aantrekking en seksueel contact heeft verklaard en niet over dieperliggende gevoelens en hiermee geen inzicht heeft gegeven in de ontdekking en beleving van zijn geaardheid. Ook dit standpunt volgt de rechtbank niet. Uit het gehoor opvolgende aanvraag blijkt namelijk dat eiser niet enkel over seksuele ervaringen heeft verklaard. Eiser verklaart desgevraagd dat hij zich echt veilig voelde bij [B] omdat de relatie niet alleen gebaseerd was op seks, maar ook op andere dingen zoals liefde voor elkaar, vertrouwen, het waarderen en respecteren van elkaar (pagina 22). Als verweerder hierop doorvraagt verklaart eiser dat hij veel heeft geleerd van [B], zoals vriendschap, elkaar vertrouwen, respect hebben voor elkaar en over je gevoelens kunnen praten (pagina 22). Over zijn relatie met [A] verklaart eiser dat hij behalve seks ook een vriendschap met haar had en dat zij hem plaatsen liet zien en hem informatie gaf over de cultuur en de taal (pagina 22). Hoewel eiser ook verklaart het moeilijk te vinden om zijn gevoelens te omschrijven, is de rechtbank van oordeel dat verweerder eiser niet heeft kunnen tegenwerpen dat hij enkel heeft verklaard over het seksuele aspect.
4.6
Voorts overweegt de rechtbank dat verweerder kan worden nagegeven dat eiser wisselend heeft verklaard over de vraag of hij meer gevoelens heeft voor mannen of voor vrouwen. Evenwel is de rechtbank van oordeel dat eisers stelling dat als rode lijn door het gehoor opvolgende aanvraag loopt dat eiser – hoewel hij verklaart op zowel mannen als vrouwen te vallen – de voorkeur geeft aan mannen, kan worden gevolgd. Zo heeft eiser herhaaldelijk verklaard dat het hem qua gedrag en omgang niet uitmaakt of hij met een man of een vrouw is, maar dat hij van seks met mannen meer geniet (pagina 21 en 22). Ook uit hetgeen eiser heeft verklaard over zijn tijd in Marokko en zijn gedachten bij en omgang met mannen en vrouwen (pagina’s 10 tot 13) valt naar het oordeel van de rechtbank af te leiden dat eisers voorkeur uitging naar mannen. Door te concluderen dat eiser met het uitspreken van een voorkeur voor mannen dan wel van de wens meerdere relaties/seksuele contacten tegelijkertijd te hebben (door verweerder aangeduid als een ‘polyamoureuze levensstijl’), zijn biseksuele geaardheid niet aannemelijk heeft gemaakt, zoals verweerder op pagina 2 van het bestreden besluit doet, miskent verweerder naar het oordeel van de rechtbank dat uit de verklaringen van eiser blijkt dat hij in Marokko een relatie met een man zou willen beginnen en dat dit strafbaar is in Marokko. De rechtbank volgt eiser in zijn betoog dat verweerder met de hierboven genoemde motivering op onjuiste gronden ten onrechte heeft gesteld dat eiser zijn biseksualiteit niet aannemelijk heeft gemaakt en niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko jegens hem zijn verdragsverplichtingen niet nakomt.
5. Reeds gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit de verklaringen van eiser zoals die zijn afgelegd in gehoor opvolgende aanvraag onvoldoende kenbaar heeft betrokken en tevens onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser zijn gestelde geaardheid niet aannemelijk heeft gemaakt. Hierdoor is er sprake van een motiveringsgebrek. Het bestreden besluit is daarom genomen in strijd met het bepaalde in artikel 3:2 en artikel 3:46 Algemene wet bestuursrecht.
6. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
7. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.024,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 bepaalt dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van het in deze uitspraak gestelde;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.024,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.E. Maas, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.