Uitspraak
Alimentatie / ouderlijk geschil kosten kinderen
Beschikking op het op 3 juni 2019 ingekomen verzoek van:
[Y]
[X] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brief van 16 juli 2019, met bijlagen, van de zijde van de man:
- de brief van 24 oktober 2019 tevens houdende aanvullend verzoek, met bijlagen,
vaststelling kinderalimentatie.
Verzoek en verweer
- de vrouw met ingang van 1 april 2017 tot aan de datum van de door de rechtbank te wijzen beschikking, de helft van de door haar ontvangen en door The International Criminal Court (ICC) verstrekte
- te bepalen dat vanaf de datum van de door de rechtbank te wijzen beschikking, de ICC (althans bij gebreke waarvan de vrouw) de helft van de
- inzageverplichting voor de vrouw:te bepalen dat de vrouw jaarlijks volledige inzage zal verschaffen in alle kosten-vergoedingen welke zij ontvangt van de ICC, althans de vervangende toestemming te verlenen aan de man (indien noodzakelijk) dit zelf op te vragen bij de ICC, indien de vrouw zulks nalaat, althans een regeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht;
- schoolvergoeding 2018/2019 delen tussen de ouders:te bepalen dat de vrouw over het schooljaar 2018/2019 binnen een maand nadat de beschikking is afgegeven de helft van de onkostenvergoeding welke zij ontvangt van de ICC te voldoen aan de man, althans een regeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht;
- schoolvergoeding jaarlijks delen tussen de ouders:te bepalen dat de vrouw jaarlijks de helft van de schoolkosten die zij van de ICC ontvangt ten behoeve van de kinderen uiterlijk binnen een maand nadat deze is verstrekt door de ICC zal voldoen aan de man, althans een regeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht;
- restcategorie aan aanvullende kindertoeslagen, delen tussen de ouders:te bepalen dat dat indien en voor zover na inzage blijkt dat de ICC andere (extra/aanvullend) kind vergoeding verstrekt aan de vrouw (behoudens de medische vergoedingen) en los van voornoemde
child allowanceen voornoemde schoolkosten-vergoeding, deze kindkosten bij helfte zullen worden gedeeld tussen de ouders en de vrouw derhalve de helft van deze kosten uiterlijk binnen een maand nadat deze kosten zijn verstrekt door de ICC, zal voldoen aan de man, althans een regeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht; - meest subsidiaire verzoek:te bepalen dat de vrouw op grond van de financiële gegevens van de man en de behoefte- en draagkrachtberekening (producties 14 en 15), met ingang van 1 april 2017 een kinderalimentatiebedrag zal voldoen ter hoogte van € 282,- aan de man
(ECLI:NL:GHDHA:2019:438), althans een bedrag vast te stellen dat de rechtbank redelijk acht, dan wel een bedrag vast te stellen dat na inzage in de financiële gegevens van de vrouw, wellicht naar boven zal worden bijgesteld ter zitting; - met veroordeling van de vrouw in de kosten van deze procedure,
Feiten en omstandigheden
- Partijen zijn gehuwd geweest van [huwelijksdatum] 2007 tot [woonplaats 3] 2016.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De man heeft de Roemeense nationaliteit en de vrouw heeft de Spaanse nationaliteit.
- Bij echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van [datum scheidingsbeschikking] 2015 is bepaald dat de kinderen de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de man en dat door de vrouw aan de man een kinderalimentatie moet worden betaald van € 191,50 per maand per kind.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 8 maart 2017 is voornoemde beschikking van de rechtbank (deels) vernietigd en bepaald dat de kinderen met ingang van 1 april 2017 hun hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw; dat de kinderen in het kader van een co-ouderschapsregeling met ingang van 1 april 2017 de ene week bij de vrouw verblijven en vervolgens de andere week bij de man; en dat ieder van partijen de kosten van verzorging en opvoeding tijdens het verblijf van de kinderen in de week dat zij bij hen verblijven voor zijn rekening neemt en dat ieder van partijen de helft van het jaarlijkse schoolgeld voor zijn rekening neemt. Het hof heeft hierbij in aanmerking genomen dat de rechtbank heeft vastgesteld dat partijen ieder ongeveer een gelijke draagkracht hebben.
Beoordeling
child allowancesbetaalt aan de ouder met het hoogste arbeidsinkomen en niet aan de ouder bij wie een kind de hoofdverblijfplaats heeft; van dit laatste is echter zowel de rechtbank als het gerechtshof in voornoemde beschikkingen uitgegaan. De rechtbank is daarom van oordeel dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek tot wijziging van de verdeling van de kindkosten.
child allowances. Verder is niet langer in geschil dat de inkomenssituaties van partijen sinds 2017 uiteen zijn gaan lopen. Beide partijen hebben aangegeven dat de huidige wijze van de verdeling van de kindkosten voor iedereen belastend is. Zij hebben – ieder afzonderlijk – een eigen alternatief aangedragen om de onderlinge geschillen te beslechten.
welke verblijfsoverstijgende kosten zijn er sinds 2017 geweest (BSO, sport- en schoolcontributies, verzekeringen, medische behandelingen etc)”en
child allowancesontving – en de vrouw heeft aangevoerd dat zij de
child allowancesvolledig heeft aangewend ten gunste van de kinderen, zal het verzoek om een beslissing te geven met terugwerkende kracht tot 8 maart 2017 worden afgewezen. Op grond van vaste jurisprudentie dient de rechtbank immers zeer terughoudend te zijn bij het met terugwerkende kracht wijzigen van onderhoudsverplichtingen, zeker in gevallen waar het ziet op kosten van kinderen.
1 januari 2019 afgerond € 1.558,- per maand.
De rechtbank heeft zich de vraag gesteld of zij het aandeel van de ouders in de schoolkosten zal aanmerken als bijzondere /behoefteverhogende kosten, maar heeft daarvan afgezien. De vrouw ontvangt van haar werkgever namelijk verschillende op de kindkosten ziende vergoedingen, die uitstijgen boven het bedrag aan toeslagen en tegemoetkomingen waarvoor een ouder met haar inkomen in het Nederlandse belasting- en toeslagensysteem in aanmerking zou komen: momenteel ontvangt zij naast de tegemoetkoming in de schoolkosten € 537,- per maand ([352 + 185], zie productie 46 van de vrouw).
child allowancesontvangt, is de rechtbank van oordeel dat de vrouw voortaan alle verblijfsoverstijgende kosten voor haar rekening moet gaan nemen. Dit betekent dat de vrouw geen van de verblijfsoverstijgende kosten meer met de man kan verrekenen, maar ook dat de man geen aanspraak kan maken op verrekening van de
child allowances.
child allowancesbuiten beschouwing worden gelaten.
net pay, van 5.331,- verminderd met de
child allowancesvan € 537. De rechtbank baseert zich hierbij op productie 46 van de vrouw. Geen rekening wordt gehouden met vakantiegeld nu hierover niets is gesteld.
70% x [4.794 – (1.438 + 950)].
70% x [3.482 – (1.045 + 950)].
€ 963
€ 595,- per maand ofwel € 297,50 per maand per kind voor rekening van de man en een gedeelte van € 963,- per maand ofwel € 481,50 per maand per kind voor rekening van de vrouw.