ECLI:NL:RBDHA:2019:1832
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert asielaanvraag op basis van Dublinverordening; verantwoordelijkheidskwesties Slovenië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Algerijnse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Slovenië als verantwoordelijk lidstaat is aangemerkt op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat Slovenië niet in staat is om zijn asielaanvraag op een rechtvaardige manier te behandelen, gezien zijn eerdere ervaringen met de asielprocedure daar.
Tijdens de zitting op 22 januari 2019 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde heeft de zaak toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat de Sloveense autoriteiten het verzoek om terugname van eiser hebben aanvaard en dat er in beginsel van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag worden uitgegaan. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat Slovenië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiser aangevoerde argumenten niet specifiek genoeg zijn om aan te tonen dat zijn situatie in Slovenië onhoudbaar is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de aanvraag van eiser niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.