ECLI:NL:RBDHA:2019:3414
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Nigeriaanse eisers en de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië
In deze zaak hebben Nigeriaanse eisers op 9 januari 2019 asielaanvragen ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft op 5 april 2019 uitspraak gedaan in deze kwestie. Tijdens de zitting op 28 maart 2019 zijn de eisers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft overwogen dat de Italiaanse autoriteiten op 24 januari 2019 hebben ingestemd met de overname van de eisers op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers op 18 december 2017 de buitengrens van de EU via Italië hebben overschreden en dat zij in Italië een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend. De rechtbank heeft het interstatelijk vertrouwensbeginsel bevestigd, waarbij is opgemerkt dat er geen structurele tekortkomingen zijn in de opvang van Dublinclaimanten in Italië. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eisers niet hebben aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Italië onredelijk zouden maken. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Ghrib, in aanwezigheid van griffier A. Nobel.