Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
17 Nevenwerkzaamheden
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft [werknemer] een verzoek ingediend om te verklaren dat zijn ontslag op staande voet door Nationwide Produce PLC niet rechtmatig is. Het ontslag vond plaats op 15 november 2018, nadat Nationwide ontdekte dat [werknemer] twee concurrerende ondernemingen had opgericht terwijl hij ziek was. [werknemer] betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en voerde aan dat er geen dringende reden was voor het ontslag. Hij verzocht de kantonrechter om hem weer aan het werk te laten en om doorbetaling van zijn loon. Nationwide verweerde zich door te stellen dat [werknemer] in strijd had gehandeld met het verbod op nevenwerkzaamheden in zijn arbeidsovereenkomst en dat er wel degelijk sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van [werknemer] ontvankelijk was, ondanks dat het aanvankelijk gericht was aan een niet-bestaande rechtspersoon. De rechter concludeerde dat [werknemer] door het oprichten van concurrerende ondernemingen zonder toestemming van Nationwide in strijd had gehandeld met zijn arbeidsovereenkomst. Dit gedrag werd als ernstig verwijtbaar beschouwd, waardoor het ontslag op staande voet rechtsgeldig was. De verzoeken van [werknemer] werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.