Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.CALDIC CHEMIE B.V.te Rotterdam,
HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.te Rotterdam,
1.VOS ROTATING ZEVENHUIZEN B.V.te Zevenhuizen,
VOS ROTATING GROUP B.V.te Hengelo,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 mei 2018;
- de akte houdende overlegging producties van Caldic c.s., met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 17 oktober 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 1 februari 2019, de daarin genoemde stukken en de opmerkingen over het proces-verbaal van Caldic c.s. bij brief van 22 februari 2019 en van Vos Zevenhuizen c.s. bij brief van 6 maart 2019.
2.De feiten
3.Het geschil
- over € 4.644,90 vanaf 24 oktober 2012,
- over € 7.976,90 vanaf 29 mei 2013,
- over € 3.716,90 vanaf 27 februari 2014,
- over € 6.479,10 vanaf 7 oktober 2015,
- over € 8.399,33 vanaf 16 augustus 2017,
- over € 1.168,38 vanaf 5 oktober 2017,
- over € 8.330,91 vanaf 6 januari 2018,
- over € 357 vanaf 24 februari 2018,
4.De beoordeling
Vos Zevenhuizen aansprakelijk?
Op alle onze transacties zijn onze Algemene Voorwaarden, gedeponeerd 14 oktober 2003 bij de K.v.K. te Meppel onder ref. nr. 04055014, onvoorwaardelijk van toepassing (na te lezen op www.vos-rotating.com.”
Visser /Avéro, omdat de door Vos Zevenhuizen bedoelde algemene voorwaarden niet op de website waren en zijn te vinden.
€ 4.691,58, inclusief BTW, enerzijds en de omvang van de schadeclaim anderzijds vèr uiteenlopen. Het argument van Caldic c.s. dat Vos Zevenhuizen voor de (omvangrijke) schade (beperkt) verzekerd is, legt tegen de achtergrond van het voorgaande, onvoldoende gewicht in de schaal ten gunste van Caldic c.s. Op grond van al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat artikel 6:248 lid 2 BW niet in de weg staat aan de toepassing van het exoneratiebeding.
€ 2.402, volgens tarief VI). Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR: 2010:BL1116, NJ 2011/237). De rechtbank zal de nakosten begroten zoals gevorderd.