ECLI:NL:RBDHA:2019:5764
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning AOW-pensioen naar norm voor gehuwde ondanks duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw die een AOW-pensioen aanvroeg, en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). Eiseres had op 27 mei 2018 een aanvraag ingediend voor een AOW-pensioen, maar de Svb kende haar dit pensioen toe naar de norm voor een gehuwde, ondanks haar claim dat zij duurzaam gescheiden leefde van haar echtgenoot. Eiseres voerde aan dat zij en haar echtgenoot al sinds 11 augustus 2010 gescheiden leefden en dat hun financiële verstrengeling slechts het gevolg was van gezamenlijke eigendommen, zoals onroerend goed. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van duurzaam gescheiden leven. De rechtbank baseerde haar oordeel op de definitie van duurzaam gescheiden leven zoals vastgesteld door de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en de Hoge Raad. De rechtbank concludeerde dat de financiële verstrengeling tussen eiseres en haar echtgenoot, waaronder gezamenlijke huuropbrengsten en een gezamenlijke rekening, erop wijst dat zij niet als duurzaam gescheiden konden worden aangemerkt. Eiseres' beroep op het gelijkheidsbeginsel werd ook afgewezen, omdat zij geen concrete gevallen had aangedragen ter ondersteuning van haar stelling. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de Svb om het AOW-pensioen naar de norm voor een gehuwde toe te kennen.