ECLI:NL:RBDHA:2019:999
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2019 uitspraak gedaan over de onrechtmatigheid van een maatregel van bewaring die was opgelegd aan eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was op 21 december 2018 opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op een onjuiste wettelijke grondslag heeft voortgeduurd, met name van 5 januari 2019 tot 8 januari 2019, en dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld na de afwijzing van het claimverzoek aan de Belgische autoriteiten op 3 januari 2019. De rechtbank oordeelt dat de maatregel met ingang van 5 januari 2019 onrechtmatig was, en kent eiser een schadevergoeding toe voor drie dagen onrechtmatige inbewaringstelling, ter hoogte van € 240,-. Daarnaast veroordeelt de rechtbank de Staat der Nederlanden tot het betalen van proceskosten aan eiser, vastgesteld op € 1.024,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.