ECLI:NL:RBDHA:2020:11732
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- O.M. Harms
- D.W.A. van Weert
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op basis van niet ingeleverde gegevens en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die een bijstandsuitkering had aangevraagd op basis van de Participatiewet. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer afgewezen omdat de verzoeker niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd, waardoor de inlichtingenverplichting was geschonden. De verzoeker had eerder in Nederland, Armenië en Letland gewoond en had op 15 juli 2020 een bijstandsuitkering aangevraagd. Het college had om aanvullende gegevens gevraagd, maar de verzoeker had niet voldaan aan deze verzoeken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij het verzoek, maar dat de verzoeker niet had aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek om een voorlopige voorziening betreffende het eerste besluit niet-ontvankelijk en wees het verzoek om een voorlopige voorziening betreffende het tweede besluit af. De verzoeker heeft de mogelijkheid om in bezwaar de ontbrekende informatie alsnog aan te leveren, maar op basis van de huidige informatie was de verwachting dat het tweede besluit in bezwaar stand zou houden.