Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde, sub 1] , te [plaats] ( [land] ),
[gedaagde, sub 2], te [woonplaats] ( [land] ),
3.[gedaagde, sub 3] , te [plaats] ( [land] ),
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaringzaak
in de hoofdzaakblijkt uit:
- de dagvaarding van 8 augustus 2017, met producties 1 tot en met 20;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak, met producties 1 tot en met 27;
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 18 april 2018;
- het vonnis in het incident tot zekerheidstelling van 17 oktober 2018;
- het tussenvonnis van 6 november 2019, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de rolbeschikking van 13 mei 2020, waarin is bepaald dat de comparitie in verband met de beperkingen als gevolg van COVID-19 via een videoverbinding zal worden gehouden;
- het proces-verbaal van comparitie (via videoverbinding) van 8 juli 2020 en de daarin genoemde aanvullende producties 28 tot en met 48 van Ritchie en producties 21 tot en met 33 van Stroy.
in de vrijwaringszaakblijkt uit:
- de dagvaarding van 28 mei 2018, met producties 1 tot en met 8,
- de akte verstrekkende ontbrekende gegevens als in artikel 120 lid 4 Rv,
- de akte houdende nadere oproeping inzake [gedaagde, sub 3] ,
- het op de rol van 12 september 2019 tegen [gedaagde, sub 3] verleende verstek,
- de conclusie van antwoord namens [gedaagde sub 1 c.s.] , met producties 1 en 2,
- het tussenvonnis van 6 november 2019, waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- de rolbeschikking van 13 mei 2020, waarin is bepaald dat de comparitie in verband met de beperkingen als gevolg van COVID-19 via een videoverbinding zal worden gehouden,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 juli 2020 (via videoverbinding) en de daarin genoemde aanvullende producties 28 tot en met 48 van Ritchie en producties 21 tot en met 33 van [gedaagde sub 1 c.s.]
2.De feiten (in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak)
het taxpayer identification number van Stroy, rechtbank).”
(het adres van Pseudo-Stroy, rechtbank)
( [gedaagde, sub 2] , rechtbank)and Mr. [gedaagde, sub 3] ,
- op 15 augustus 2014, een bedrag van € 91.000,-.
- op 15 september 2014, een bedrag van € 173.400,-,
- op 2 oktober 2014, een bedrag van € 20.000,-,
- op 30 oktober 2014, een bedrag van € 215.600,-,
- op 19 november 2014, een bedrag van € 39.400,-,
- op 24 november 2014, een bedrag van € 113.600,-.
lots# [1] , [2] en [3] ).
(de rechtbank begrijpt: [gedaagde, sub 1] ),
(sign, rechtbank)it per fax or scanned copy if this would be enough. (…)”
(de rechtbank begrijpt: ‘Stroy Alliance’).(..) After that, please return the signed copies and attachements to me. I will forward it to my colleagues for further movement.”
Deduct– RBA ES shall deduct the Oustanding Amount from the Proceeds.
Allocation of Deposit– RBA NL shall allocate part of the Deposit to RBA ES in order to cover the deficiency between the Outstanding Amount and the Proceeds;
Refund– Once the Outstanding Amount is settled, RBA NL shall refund Stroy the remaining amount of the Deposit to an account specified in writing by Stroy (the Refund). Upon receipt of the Refund, Stroy hereby declare not to have anything to claim to RBA NL nor RBA ES for any concept.
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in de vrijwaringszaak
5.De beoordeling in de hoofdzaak
‘We(cursivering rechtbank) are trying to do all our best to solve the problem as fast as possible.
’. Daarmee heeft [gedaagde, sub 3] richting Ritchie duidelijk doen voorkomen en is bij Ritchie de indruk gewekt dat hij en [gedaagde, sub 2] namens dezelfde partij ‘Stroy Alliance’ handelden.
- de toenmalige bestuurder van Stroy ( [X] ) heeft eerder samengewerkt met de betrokkenen bij Pseudo-Stroy ( [gedaagde, sub 3] , [gedaagde, sub 1] en [B] ), onder meer bij het bedrijf [het Transportbedrijf] , en kent hen dus;
- Stroy en Pseudo-Stroy hebben geen werknemers, wat erop kan wijzen dat de beide entiteiten alleen zijn opgericht om de fraude te faciliteren;
- Stroy heeft een ongebruikelijk hoog borgbedrag van € 1.153.000,- gestort, terwijl Stroy uiteindelijk alleen op de veiling van 3 juli 2014 een minigraafmachine heeft gekocht voor € 9.880,-);
- het heeft er alle schijn van dat de depotbetalingen zijn gedaan om de veilingaankopen van Pseudo-Stroy te faciliteren;
- Pseudo-Stroy had toegang tot de bankrekening en het e-mailadres van Stroy, aangezien (i) [gedaagde, sub 3] kon beschikken over betaalbewijzen van Stroy en (ii) [gedaagde, sub 3] ook op 15 juli 2014 (vanaf het e-mailadres [e-mailadres 3] ) heeft geantwoord op de herinnering aan het e-mailadres van Stroy ( [e-mailadres 4] );
- de e-mails van [gedaagde, sub 3] van 30 juli 2014 en van [gedaagde, sub 2] van 3 juli 2014 zijn verstuurd vanaf hetzelfde IP-adres, wat erop duidt dat zij op hetzelfde kantoor zaten.