Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het vonnis van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Leiden in de procedure tussen partijen met nummer 6644383 \ CV EXPL 18-644, waarin de procedure is verwezen naar team Handel van de rechtbank Den Haag;
- het tussenvonnis van 13 november 2019, waarin een comparitie van partijen is bevolen op 1 april 2020;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 1 tot en met 8;
- de brief van 16 maart 2020, met producties genummerd 20 tot en met 25, namens [gedaagde] ;
- de rolbeslissing van 6 mei 2020, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de zitting (door de maatregelen in verband met het coronavirus) plaatsvindt in de vorm van een skype-zitting;
- de brief van 19 mei 2020, met producties 30 tot en met 34, namens [gedaagde] ;
- de akte vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties, met producties 35 tot en met 41, namens [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de op 10 september 2020 gehouden comparitie van partijen (via Skype voor bedrijven).
2.De feiten
om voor en namens ondergetekende de bespreking van 19 juli 2017 te voeren en onderhandelingen in te gaan en ter uitvoering daarvan voor een nader te bepalen notaris te verschijnen voor het passeren van een vaststellingsovereenkomst en een akte van verdeling conform het ontwerp van die akte(n), en andere stukken te tekenen, en voorts datgene te verrichten hetgeen de gevolmachtigde terzake nodig zal oordelen, zulks met de macht van substitutie en onder de intenties zoals aangegeven in deaangehechtebijlage.
na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst en ondertekening van de akte van verdeling ter uitvoering van de gemaakte afspraken, dan wel;
indien partijen (zijnde de erfgenamen van wijlen de heer [A] en de gevolmachtigde namens volmachtgever) niet uiterlijk op 1 oktober 2017 de vaststellingsovereenkomst en (indien van toepassing) de akte van verdeling hebben getekend ter uitvoering van de gemaakte afspraken, danwel;
indien partijen vandaag geen overeenstemming hebben bereikt met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van wijlen de heer [A] conform de richtlijnen en intenties als vermeld in de aan deze volmacht gehechte bijlage, behoudens indien de volmachtgever en de gevolmachtigde anders overeenkomen.”
Op verzoek van [de notaris][noot rechtbank: de notaris]
bericht ik je als volgt.
volgens haar gevoel positief is verlopen en tot een oplossing zou kunnen leiden. [de zoon] heeft aangegeven dat ook hij hoopt op een oplossing, zodat de nalatenschap kan worden afgewikkeld. Hij heeft daarbij ook aangegeven open te staan voor contact met [X] inzake de spullen in huis.
Wij hebben afgesproken dat we even afwachten of [X] toch nog tot een afspraak kan komen om met [de zoon] en jou aan tafel te zitten. Mocht dat lukken dan bestaat er een kans om tot overeenstemming te komen. Mocht dit niet lukken dan vrees ik, zoals gezegd, dat je weer terug bent bij af. Immers voor het gesprek bij [notaris 2] stonden ook nog de volgende punten ter discussie:
- factuurnummer [nummer 1] , gedateerd 13 april 2017, € 2.286,90;
- factuurnummer [nummer 2] , gedateerd 16 augustus 2017, € 2.359,50.
Klaagster verwijt de notaris - in de kern - het volgende.
6.Beoordeling
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
een in gang gezette overeenkomst”. Als de notaris op 19 juli 2017 geen overeenstemming had bereikt, dan had zij op grond van de volmacht de opdracht aan [gedaagde] moeten teruggeven. Dit heeft de notaris niet gedaan, zodat [gedaagde] ervan uit mocht gaan dat overeenstemming was bereikt en de notaris bereid was om [gedaagde] te blijven bijstaan. Verder heeft de notaris nagelaten om tijdens de bespreking op 19 juli 2017 de eigendomsbewijzen aan de erfgenamen te overhandigen. Rechtstreeks gevolg daarvan is volgens [gedaagde] dat de op 19 juli 2017 bereikte overeenstemming tussen de erfgenamen en [gedaagde] werd verlaten. Naast dit alles is voor [gedaagde] belangrijk dat de notaris volgens [gedaagde] op de hoogte was van het verleden tussen [gedaagde] en erflater en de privéomstandigheden van [gedaagde] .