ECLI:NL:RBDHA:2020:13547

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 september 2020
Publicatiedatum
29 december 2020
Zaaknummer
NL20.15809
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Zwitserland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 20 augustus 2020, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De zitting vond plaats op 1 september 2020 via een geluid- en videoverbinding, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens deze zitting werd ook een andere zaak behandeld, namelijk NL20.15808.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 7 september 2020 geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er al uitspraak was gedaan op het beroep in de andere zaak. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.15809
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A.M.H. van de Wal).

Procesverloop

Bij besluit van 20 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft op 1 september 2020 via geluid- en videoverbinding (skype) plaatsgevonden. Op deze zitting is ook de zaak NL20.15808 behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.15808, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is gedaan en bekendgemaakt op:
07 september 2020

Documentcode: DSR12609530

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.