ECLI:NL:RBDHA:2020:13547
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B. Fijnheer
- T.R. Oosterhoff - Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Zwitserland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 20 augustus 2020, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
De zitting vond plaats op 1 september 2020 via een geluid- en videoverbinding, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens deze zitting werd ook een andere zaak behandeld, namelijk NL20.15808.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 7 september 2020 geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er al uitspraak was gedaan op het beroep in de andere zaak. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.