ECLI:NL:RBDHA:2020:14001
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- R.J. Schaaf
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning humanitair tijdelijk voor slachtoffer van mensenhandel
Op 8 november 2019 heeft eiser een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor het doel 'humanitair tijdelijk'. Deze aanvraag is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen in een besluit van 14 november 2019. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is bij besluit van 21 januari 2020 ongegrond verklaard. Eiser heeft hierop beroep ingesteld. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting te oordelen.
De rechtbank oordeelt dat eiser geen griffierecht hoeft te betalen, omdat hij geen inkomen of vermogen heeft. Eiser, geboren in 1990 en van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 7 november 2019 aangifte gedaan van mensenhandel. De aanvraag is afgewezen omdat eiser niet binnen de vereiste termijn van drie maanden na zijn asielaanvraag heeft ingediend. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak geseponeerd, waardoor eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor een tijdelijke humanitaire verblijfsvergunning.
De rechtbank stelt vast dat de Staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat er geen strafrechtelijk onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de aangifte van eiser. De rechtbank wijst erop dat eiser onvoldoende feiten heeft aangedragen om te betwisten dat hij de brief van 10 december 2019 heeft ontvangen, waarin hem een hersteltermijn werd geboden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan op 24 september 2020 door mr. R.J. Schaaf, in aanwezigheid van mr. A.G.C. Bulten, griffier.