Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser V-nummer: [nummer]
Procesverloop
Overwegingen
https://www.amnesty.org/en/countries/europe-and-central-asia/georgia/report-georgia/
Kamerstukken II, 2020/21, 19 637, nr. 2664).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 december 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Georgische nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend op 3 november 2020. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, wat de eiser heeft bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser problemen heeft met de familie van zijn toenmalige vriendin, maar dat zijn asielrelaas ongeloofwaardig is geacht door de staatssecretaris. De rechtbank heeft overwogen dat de eiser geen objectieve bewijzen heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn verhaal en dat zijn verklaringen tegenstrijdig zijn. Bovendien is Georgië door de staatssecretaris aangemerkt als een veilig land van herkomst, wat de rechtbank heeft bevestigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen op basis van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.