ECLI:NL:RBDHA:2020:14562
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B. Fijnheer
- T.R. Oosterhoff - Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht naar Italië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, was van mening dat haar aanvraag niet correct was behandeld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De Staatssecretaris had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-verordening.
Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 25 augustus 2020, maar verzoekster en haar gemachtigde waren niet verschenen. De Staatssecretaris was wel vertegenwoordigd. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak behandeld, die samenhing met de onderhavige zaak.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De uitspraak is gedaan in het kader van de maatregelen rondom het coronavirus, waardoor deze niet op een openbare zitting kon worden uitgesproken. De uitspraak is bekendgemaakt op 21 september 2020.