ECLI:NL:RBDHA:2020:14788

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
3 juni 2021
Zaaknummer
NL20.14296
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Iraakse nationaliteit, had op 13 juli 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 19 augustus 2020, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de hoofdzaak (zaaknummer NL20.14295), er geen grond meer bestaat voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit betekent dat het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen.

De voorzieningenrechter, mr. G.P. Loman, heeft in aanwezigheid van griffier mr. A.E. van Gestel de uitspraak gedaan. Vanwege de coronamaatregelen is deze uitspraak niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal, zodra mogelijk, alsnog openbaar worden gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14296
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. B.A. Palm), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.M.M. van Gils).

Procesverloop

Bij besluit van 13 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.14295, plaatsgevonden op 19 augustus 2020. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker heeft de Iraakse nationaliteit en hij is geboren op [1985] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.14295, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak bestaat er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
31 augustus 2020

Documentcode: [documentnummer]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.