ECLI:NL:RBDHA:2020:1510
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en rechterlijke dwangsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de ontvankelijkheid van een beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Eiseres, die de Pakistaanse nationaliteit heeft, had op 17 juli 2018 een asielaanvraag ingediend. Op 29 augustus 2019 had de rechtbank Arnhem het beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen om haar uiterlijk op 14 oktober 2019 te horen in de algemene asielprocedure. Eiseres heeft op 27 januari 2020 een nieuw beroep ingesteld omdat verweerder opnieuw niet tijdig een besluit had genomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ontvankelijk is, ondanks het standpunt van verweerder dat eiseres eerst een nieuwe ingebrekestelling had moeten indienen. De rechtbank heeft overwogen dat de ingebrekestelling van 29 april 2019 reeds een signaal aan verweerder was en dat het redelijkerwijs niet van eiseres kan worden gevergd om opnieuw in gebreke te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die meegewogen kunnen worden in de uitspraak.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit aan eiseres bekend te maken. Tevens is een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van € 15.000. Verweerder is ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 262,50. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt, met de mogelijkheid voor verzet binnen zes weken na bekendmaking.