ECLI:NL:RBDHA:2020:15311
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G.P. Loman
- S.J. van Ravenhorst
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die de Iraanse nationaliteit heeft, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 13 november 2020, met de motivering dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoekster werd opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en kreeg een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. Tegen deze afwijzing heeft verzoekster beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 9 december 2020, waar verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. J.H.M. Post, aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels al een uitspraak was gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL20.20084. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier S.J. van Ravenhorst, en is op dezelfde dag bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.