ECLI:NL:RBDHA:2020:2134
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag had ingediend op 19 augustus 2019. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 13 februari 2020, waarbij eiser werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, is de zaak behandeld. Eiser heeft betoogd dat verweerder niet langer mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië, verwijzend naar verschillende rapporten en nieuwsberichten die de situatie van asielzoekers in Italië als zorgelijk beschrijven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft gehanteerd, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de informatie waar eiser naar verwees, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van ernstige tekortkomingen in de opvang of asielprocedure in Italië. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser verworpen en geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.