Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 mei 2019 en de daarin genoemde stukken (hierna: het tussenvonnis),
- de op de rol van 29 mei 2019 door [gedaagde] genomen akte bewijsuitlating,
- de rolbeslissing van 19 juni 2019 waarbij de zaak is verwezen naar de rol van 3 juli 2019, voor het nemen van een akte door [gedaagde] en waarbij getuigenverhoor is bepaald op 8 augustus 2019,
- het B4 formulier met eenstemmig uitstelverzoek van 27 juni 2019,
- de op de rol van 17 juli 2019 door [gedaagde] genomen akte bewijslevering met producties GP4 t/m GP9, tevens houdende de mededeling dat [gedaagde] geen getuigen wenst te horen,
- de antwoordakte bewijslevering van [eiser] van 28 augustus 2019 met productie EP13,
- de akte uitlating productie van [gedaagde] van 18 september 2019.
2.De verdere beoordeling van het geschil
in conventie en reconventie
customer service coordinatorvan PPI AG en [de Eenmanszaak] uit mei 2019 waarbij afschriften van de PPI-facturen nogmaals aan [de Eenmanszaak] zijn toegezonden;
Ik ben werkzaam in de kledingzaak [de Eenmanszaak] aan de [adres] . Mijn echtgenote (…) is eigenaresse van deze winkel. (…)
te Lugano en de producten zijn door [de Eenmanszaak] betaald. Wij kochten ongeveer twee keer per jaar nieuwe collecties in, de seizoenen Fall/Winter (FW) en Spring/Summer (SS). Alle producten die in onze winkel [de Eenmanszaak] zijn verkocht waren afkomstig van[PPI AG]
en waren dus ook authentiek. Wij hadden ook vaak rechtstreeks contact met medewerkers van [eiser] , bijvoorbeeld over gebreken in de producten en over retouren.
in Lugano en zijn terug te vinden in de facturen van [eiser] die alsBijlage 4zijn aangehecht aan deze verklaring. Ik benadruk dat al deze producten echt waren en officieel door[PPI AG]
in Lugano aan [de Eenmanszaak] zijn verkocht.
aan [de Eenmanszaak] , die alsBijlage 4aan deze verklaring zijn gehecht, zijn de producten die ik aan [gedaagde] heb verkocht terug te vinden. Ik verklaar dat deze facturen echt zijn en ook onderdeel uitmaken van de administratie van [de Eenmanszaak] . Aan deze verklaring alsBijlage 5gehecht twee e-mails met bijlagen van [X] van [eiser] van 24 en 27 mei 2019. Op mijn verzoek heeft zij zeer recent alle facturen, waaronder de facturen in bijlage 4, nog eens aan mij toegezonden omdat ik deze had opgevraagd want dat zou mij veel zoekwerk naar de oude facturen besparen.
neck and size label’, een EAN-code (een product/barcode die met een sticker op een label of op de verpakking is aangebracht) en een zogenoemd AC-label (een anticounterfeit label) waarop de seizoencode, een hologram en een AC(anticounterfeit)-code zijn aangebracht. Een AC-label ziet er als volgt uit:
- ‘
- dat product is volgens productie GP8 voorzien van een AC-label met daarop de seizoencode S17 MTK0049 OJY002N
- op PPI-factuurnr. 20261573 van 3 november 2016, p. 1, is als vierde set producten vermeld: ‘
- op de B-factuur d.d. 2 februari 2017 is vermeld: Polo “Secret” S17CMTK0049PJY002N B005, aantal 6
omdat de daarop aangebrachte AC-labels en codes niet zijn verstrekt aan de producent(en) die verantwoordelijk is (zijn) voor die producten zoals opgenomen in de [PPI-]facturen’. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is niet goed te begrijpen, laat staan controleerbaar, wat [eiser] hiermee bedoelt. Het had op zijn weg gelegen om toe te lichten welke precieze codes en gegevens niet overeenstemmen, in weerwil van het door [gedaagde] overgelegde bewijsmateriaal, en hoe die beweerdelijke discrepantie van AC-labels bij de producent(en) aan de door [gedaagde] opgevoerde
chain of titlein de weg staat. Dit heeft hij nagelaten. [eiser] betwist niet dat deze 19 AC-labels van haar afkomstig zijn, zodat het in ieder geval om originele Philipp-Plein-producten gaat, dit in tegenstelling tot zijn eerdere verklaringen dat sprake zou zijn van counterfeit.
Twice’), welk product ook voorkomt op de PPI-facturen, zoals blijkt uit de door [gedaagde] ter onderbouwing van de uitputting overgelegde stukken. De rechtbank acht gelet hierop bewezen dat ook het product van proefaankoop I is uitgeput. Het witte poloshirt dat is aangekocht als proefaankoop II, is in verklaring III (vgl. tussenvonnis r.o. 2.11) in zodanig algemene termen omschreven, zonder vermelding van enige productnaam of -code, dat het niet goed mogelijk is om de herkomst daarvan met zekerheid vast te stellen. Dit komt voor risico van [eiser] . Gelet op het feit dat [gedaagde] 140 Philipp Plein-producten bij [de Eenmanszaak] heeft gekocht, acht de rechtbank het aannemelijk dat ook dit witte poloshirt onderdeel uitmaakte van die aankopen en ook dit product is uitgeput.