ECLI:NL:RBDHA:2020:3313
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Europese gehandicaptenparkeerkaart door gemeente Den Haag
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De eiser had op 9 mei 2018 een aanvraag ingediend voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart als bestuurder. De gemeente heeft deze aanvraag op 19 september 2018 afgewezen, na advies van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden (GGD), die concludeerde dat de eiser niet voldeed aan de criteria voor de kaart. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 6 februari 2019. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 7 oktober 2019 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de gemeente zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om de gemeente in de gelegenheid te stellen ontbrekende medische informatie te overleggen. Na het indienen van deze informatie hebben beide partijen toestemming gegeven om zonder nadere zitting uitspraak te doen.
De rechtbank oordeelde dat de medische adviezen van de GGD, die de aanvraag van eiser had beoordeeld, zorgvuldig waren opgesteld en dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor de gehandicaptenparkeerkaart. De rechtbank concludeerde dat de gemeente op goede gronden de aanvraag had afgewezen, omdat eiser niet in staat was zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter te overbruggen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.