ECLI:NL:RBDHA:2020:3585
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit terugbetalingsverplichting en verlenging inburgeringstermijn in bestuursrechtelijke context
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2020, betreft het een geschil tussen een eiser en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de terugbetalingsverplichting van een lening en de verlenging van de inburgeringstermijn. Eiser, die sinds 9 december 2013 inburgeringsplichtig is, heeft niet tijdig voldaan aan zijn inburgeringsplicht, wat heeft geleid tot een terugbetalingsverplichting van €7.977,19. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht het bezwaar van eiser tegen de terugbetalingsverplichting niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiser de bezwaartermijn heeft overschreden. Eiser had zijn gronden tegen de terugbetalingsverplichting eerder moeten aanvoeren.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister ook terecht het verzoek van eiser om verlenging van de inburgeringstermijn heeft afgewezen. Eiser heeft niet aangetoond dat hij aan de voorwaarden voor verlenging voldeed, zoals het minimaal twee keer proberen examen te doen. De rechtbank concludeert dat de communicatie van de minister niet altijd duidelijk was, maar dat dit niet leidt tot een andere conclusie over de niet-verwijtbaarheid van eiser. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de besluiten van de minister.