ECLI:NL:RBDHA:2020:3659
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de maatregel van 100% verlaging van bijstandsuitkering wegens niet verschijnen op afspraken over werkhervatting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een bijstandsontvangster, en het college van burgemeester en wethouders van Westland. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit waarbij haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) met 100% werd verlaagd voor een periode van twee maanden. Dit besluit was genomen omdat eiseres twee keer niet was verschenen op afspraken die betrekking hadden op haar werkhervatting. Eiseres had voorafgaand aan de zitting telefonisch contact opgenomen met de griffie om te melden dat zij niet kon verschijnen vanwege een defect aan haar auto, maar had niet verzocht om uitstel van de zitting. De rechtbank oordeelde dat het niet verschijnen op de afspraken een verwijtbare gedraging was, aangezien eiseres niet had aangegeven dat zij met een andere consulent wilde spreken en niet actief had geprobeerd om haar situatie te bespreken. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van 100% verlaging van de bijstandsuitkering terecht was opgelegd, omdat eiseres binnen twaalf maanden na een eerdere maatregel opnieuw verwijtbaar gedrag had vertoond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.