ECLI:NL:RBDHA:2020:4422
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens gebreken in bouwkundige keuring
In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 april 2020 uitspraak gedaan in een vordering tot schadevergoeding van eiser, die herstelkosten vorderde van gedaagde wegens gebreken die in een bouwkundige keuring zijn gemist. Eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde J. Gyzel, stelde dat gedaagde, die de bouwkundige keuring had uitgevoerd, tekort was geschoten in zijn verplichtingen door niet alle gebreken te rapporteren. Eiser vorderde een bedrag van € 3.902,95, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde, vertegenwoordigd door G.T. Poolman, betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat eiser geen schade had geleden, aangezien de woning met een ouderdomsclausule was gekocht en de gebreken niet tot lekkages leidden. De kantonrechter oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat eiser door toedoen van gedaagde enig nadeel had geleden. De vorderingen van eiser werden afgewezen, en eiser werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van partijen bij de aankoop van onroerend goed en de rol van bouwkundige keuringen in dat proces.