In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2020, betreft het een geschil tussen een sergeant-majoor van het Commando Zeestrijdkrachten en de staatssecretaris van Defensie over de toekenning van een VROB-toelage na de orkaan Irma. De eiser, die werkzaam was in het kader van humanitaire hulpverlening, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris dat hem een toelage had toegekend op basis van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid (VROB) voor werkzaamheden buiten het aangewezen operatiegebied. De rechtbank oordeelt dat de aanwijzing van het operatiegebied, dat de Bovenwindse Eilanden en Dominica omvat, niet in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtbank stelt vast dat de eiser niet in het operatiegebied heeft gewerkt en daarom niet in aanmerking komt voor de VVHO-toelage. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen toepassing te geven aan de hardheidsclausule van de VVHO. De rechtbank wijst het beroep van de eiser ongegrond en verklaart het verzoek om schadevergoeding af.