In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] GmbH, gevestigd in Duitsland, en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De zaak betreft de oplegging van een bestuurlijke boete van € 13.500,- aan eiseres wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) na een dodelijk arbeidsongeval op 11 mei 2017. Tijdens werkzaamheden aan een dak is een werknemer, K, door een lichtstraat gezakt en circa 13 meter gevallen, wat resulteerde in zijn overlijden. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een onderzoek ingesteld en vastgesteld dat eiseres niet voldaan had aan de verplichtingen om valgevaar te voorkomen, zoals vereist in artikel 3:16 van het Arbobesluit. Eiseres heeft tegen de boete bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de stelling dat er geen overtreding was omdat veiligheidsvoorzieningen nog niet volledig waren gerealiseerd, verworpen. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet had voldaan aan de verplichtingen om adequate veiligheidsmaatregelen te treffen, en dat de opgelegde boete evenredig was aan de ernst van de overtreding. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.