In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 24 juni 2020, zijn eisers, vertegenwoordigd door mr. A.M. van Eik, in beroep gegaan tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door Y.W.M. Schrijver. De zaak betreft de beroepen van eisers omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers verweerder op 11 december 2019 in gebreke hebben gesteld, waarna de wettelijke termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen acht weken na de uitspraak moet beslissen op de aanvraag van eisers, en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eisers recht hebben op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 262,50, omdat zij juridische bijstand hebben ingeschakeld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is niet in een openbare zitting uitgesproken vanwege de coronamaatregelen.