ECLI:NL:RBDHA:2020:8160
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor bouw van carport, schutting, muur en toegangspoort
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, buren van vergunninghoudster, en het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder om een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een carport, schutting, muur en toegangspoort op het perceel van vergunninghoudster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster op 21 februari 2018 een omgevingsvergunning heeft aangevraagd, die door verweerder is verleend, ondanks dat de bouwwerken in strijd zijn met het bestemmingsplan. Eisers betogen dat vergunninghoudster hen niet heeft geraadpleegd en dat er sprake is van onevenredige beperking van hun uitzicht. De rechtbank heeft geoordeeld dat eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt en ontvankelijk zijn in hun beroep. De rechtbank heeft de besluitvorming van verweerder getoetst aan de relevante wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen, omdat de belangen van vergunninghoudster zwaarder wegen dan die van eisers. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en merkt op dat de uitkomst voor hen onbevredigend kan zijn, maar dat dit een juridisch oordeel betreft.