Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
- kopie Belgisch F-document van eiser, geldig van 21 november 2013 tot 21 november 2018;
- kopie Belgische E-kaart bam van referente, geldig van 19 februari 2014 tot 23 maart 2017;
- Belgische aanvraag van eiser voor het doel ‘familielid van een burger van de Unie’ van 22 maart 2012;
- ‘composition de menage’ Stad Brussel van 26 september 2012;
- attest van afneming ten behoeve van eiser van 10 juli 2013;
- attest van afneming ten behoeve van referente van 18 april 2013;
- aangifte van adreswijziging van 14 juni 2013;
- aanvraag voor een verhuizing naar het buitenland Stad Antwerpen door referente;
- aangifte verhuizing naar Antwerpen ten behoeve van eiser en referente;
- huurovereenkomst woning Abdijstraat 205-2 Antwerpen van 14 juni 2013;
- kwitanties betaling huur van 26 september 2012, 5 april 2013 en 5 mei 2013, waarop eiser en referente staan vermeld;
- brief Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Vreemdelingenzaken in België van 7 augustus 2013 met betrekking tot opnieuw in laten schrijven in het vreemdelingregister en een nieuwe F-kaart te geven van 21 november 2013;
- afspraak van eiser van 19 november 2013 bij het loket vreemdelingenzaken;
- brief van referente aan huurder [naam huurder] van 8 mei 2014 om de huur op te zeggen voor de woning aan de Abdijstraat 205-2 Antwerpen;
- model 8 Stad Antwerpen van 19 mei 2014, betreft de uitschrijving van referente per 14 mei 2014;
- Verklaring [naam 3] van 17 februari 2019, over het verblijf van in Berchem sinds 2015;
- kopie Belgische bankpas op naam van eiser.
In beroep heeft eiser nog de volgende stukken overgelegd:
- een aanslag regionale belasting 2012 van het Ministerie van de regio Brussel gericht aan referente;
- verzoeken om inlichtingen inkomstenbelasting 2012, verzonden aan eiser en referente op 11 maart 2014 en ingevuld en geretourneerd op 18 maart 2014;
- aanslagbiljet personenbelasting en aanvullende belastingen 2013 van 18 april 2014;
- verklaring van de dochter van referente.
Beslissing
De rechtbank
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder binnen zes weken een nieuwe beslissing neemt op het bezwaar met inachtneming van hetgeen is overwogen in deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 1.050,-.
De voorzieningenrechter
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 525,-.
19 juni 2020.