1.3Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft verweerder deze aanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak 19 september 2019 (NL19.19478) heeft deze rechtbank en zittingsplaats het beroep van eiser gegrond verklaard en het besluit van 19 augustus 2019 vernietigd. Daarop heeft verweerder het bestreden besluit genomen. Verweerder heeft daarbij eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van de artikelen 31 en 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2. In de uitspraak van de rechtbank van 19 september 2019 staat onder meer:
"6.2 De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het rapport van UNHCR niet als nieuw element kan worden aangemerkt. Uit het rapport volgt dat eiser tot een bepaalde categorie behoort die voor een vluchtelingenstatus in aanmerking komt, afhankelijk van individuele omstandigheden. In eerdere procedures van eiser is nooit tegengeworpen dat eiser niet tot de categorie van soennitische Arabieren ten zou behoren. Niet in geschil is dat eiser afkomstig is uit Mosul en dat IS daar enige tijd aan de macht is geweest. De enkele tegenwerping van verweerder dat niet duidelijk is waarom eiser nu moet worden gezien als strijdbare soennitische Arabier, terwijl dit in de eerdere procedures door verweerder niet is tegengeworpen, volstaat in dit verband niet. Ook op de stelling van eiser, dat zijn familie is gelieerd met de Baath-partij en dat dit een 'relevant ground' kan opleveren in de zin van voornoemd UNHCR-rapport, heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd weerlegd. De tegenwerping dat deze stelling niet is onderbouwd en dat eiser deze stelling eerder naar voren had kunnen brengen, acht de rechtbank onvoldoende. In de eerste asielprocedure heeft eiser dit element reeds naar voren gebracht en is dit door verweerder niet ongeloofwaardig bevonden. Toen speelde deze omstandigheid echter geen rol in zijn asielrelaas omdat de problemen ten aanzien van de algemene veiligheidssituatie in Irak in 2008 anders waren. Dit kan eiser nu niet, zonder nadere motivering, worden tegengeworpen.Voor zover verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat eiser zich ook in Bagdad zou kunnen vestigen, heeft verweerder, in het licht van voornoemd UNHCR-rapport, evenmin voldoende onderzoek gedaan naar de hierin vermelde criteria. Het voorgaande betekent dat verweerder de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen als niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van nieuwe relevante elementen en bevindingen. De beroepsgrond slaagt."
3. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit, samengevat, op het standpunt gesteld dat eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig zijn, maar dat niet geloofwaardig is dat eiser een soennitische Arabische man van strijdbare leeftijd is en dat eisers familie ontheemd is. Eiser komt daarom niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw.
4. Eiser voert, samengevat en voor zover van belang, aan dat hij voldoet aan de door UNHCR genoemde categorie in het rapport van mei 2019 en dat hij om die reden verdacht kan worden van betrokkenheid bij IS. Ten onrechte werpt verweerder tegen dat hij niet heeft geconcretiseerd dat hij strijdbaar is. Of iemand strijdbaar is, hangt af van zijn fysieke kracht en niet alleen van zijn leeftijd en is bij mannen van rond de veertig doorgaans voldoende aanwezig. Dat verweerder van hem eist dat hij aantoont dat hij naast de door UNHCR geschetste risico's voor soennitische strijdbare Arabieren extra risico loopt, gaat volgens eiser te ver. Ook maakt verweerder niet duidelijk om welke relevante individuele omstandigheden het dan moet gaan.
Daarnaast stelt eiser dat hij bij terugkeer naar Mosul ook te vrezen heeft omdat zijn familie met de Baath-partij sympathiseerde. Weliswaar was eiser zelf geen lid van de Baath-partij, noch zijn directe familie, maar eisers oom, [naam oom] [familienaam] , was gelieerd aan het regime van de Baath-partij. Zijn oom is na de val van Saddam Hoessein gouverneur van de provincie Ninewa geweest. De opmerking in de zienswijze dat deze oom vóór de val van Saddam Hoessein gouverneur was, is een kennelijke verschrijving. Uit een rapport van Rand Corporation blijkt dat zijn oom in maart 2004 uit zijn functie is ontheven wegens vermeende corruptie en banden met de Baath-partij. Het geassocieerd worden met de Baath-partij is een risicofactor. Eisers familie is Mosul ontvlucht vanwege de negatieve belangstelling door IS voor voormalig politici en militairen. De bezittingen van de familie zijn vernield en zijn familie is nu ontheemd. Zijn ouders verblijven in Duhok als ontheemden met toestemming van de Koerdische autoriteiten. Eiser heeft ter onderbouwing van deze stellingen in beroep foto’s van de vernielde bezittingen overgelegd en (vertaalde) kopieën van ontheemdenpassen van zijn ouders. Volgens eiser stelt verweerder ten onrechte dat van hem bij terugkeer verwacht mag worden dat hij kan aantonen niets te maken te hebben gehad met IS. Verweerder gaat eraan voorbij dat het UNHCR-rapport meldt dat van soennitische Arabieren sneller wordt aangenomen dat die betrokkenheid er is en hij kan niet aantonen dat hij twaalf jaar in Nederland is geweest.