ECLI:NL:RBDHA:2020:979
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak met Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Algerijnse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij vanwege zijn medische omstandigheden opvang nodig heeft en dat Italië niet kan voldoen aan zijn internationale verplichtingen. Tijdens de zitting op 23 januari 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest.
De rechtbank overweegt dat verweerder zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft beroepen, wat inhoudt dat men ervan uitgaat dat Italië zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van tekortkomingen in de opvang of asielprocedure in Italië die zouden leiden tot een schending van zijn rechten. De rechtbank wijst erop dat eerdere rapporten over de situatie van asielzoekers in Italië geen aanleiding geven om aan te nemen dat Italië niet in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. Eiser heeft ook niet kunnen aantonen dat hij onder de reikwijdte van het Tarakhel-arrest valt, dat extra garanties voor kwetsbare personen vereist.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.