ECLI:NL:RBDHA:2021:104

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
12 januari 2021
Zaaknummer
NL20.20675
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag van statushouder uit Griekenland

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 januari 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiseres, een statushouder uit Griekenland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 1 december 2020 besloten de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk te verklaren. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Breda, is eiseres verschenen met haar gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank oordeelde dat eiseres internationale bescherming geniet in Griekenland en dat de situatie daar niet zodanig slecht is dat van haar niet kan worden verwacht dat zij terugkeert. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres haar stellingen over de behandeling in Griekenland en het ontbreken van opvang niet heeft onderbouwd met bewijsstukken. Bovendien ligt het op de weg van eiseres om hulp te vragen aan de Griekse autoriteiten bij eventuele problemen. Daarom heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.20675
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E. El-Sharkawi),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen).

ProcesverloopBij besluit van 1 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.20676, plaatsgevonden op 7 januari 2021 in Breda. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Mahed. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Niet meer in geschil is dat eiseres internationale bescherming geniet in Griekenland. De voorliggende vraag is of de situatie in Griekenland zodanig slecht is dat van eiseres niet kan worden verwacht dat zij terug dient te gaan naar Griekenland.
2. Uit vaste rechtspraak [1] van de Afdeling [2] blijkt dat Griekenland in het algemeen de verdragsverplichtingen ten aanzien van asielzoekers en statushouders naleeft. Dat dit in het geval van eiseres anders is, is niet aannemelijk gemaakt. Eiseres heeft haar stellingen over de wijze waarop ze in Griekenland is behandeld en het ontbreken van opvang niet onderbouwd met stukken. Het ligt bovendien op de weg van eiseres om bij voorkomende problemen hulp te vragen van de Griekse autoriteiten.
3. Het beroep is ongegrond.
4. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2021 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1382.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.