Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Guinese nationaliteit heeft. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 januari 2021 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een concreet aanknopingspunt was voor een overdracht onder de Dublinverordening en er een significant risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt.
Tijdens de zitting op 1 februari 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Eiser voerde aan dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde in de voorbereiding van zijn verwijdering, met name omdat hij een PCR-test had geweigerd die noodzakelijk was voor de overdracht naar Frankrijk, die gepland stond op 2 februari 2021. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld, aangezien de overdracht al gepland was en de weigering van de test voor rekening van eiser kwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 februari 2021 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.