Uitspraak
Rechtbank DEN Haag
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
31 januari 2020 beëindigd, omdat eiser op 30 december 2019 in staat is meer dan 65% te verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Tegen het primaire besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.
25 augustus 2020. Volgens de verzekeringsarts b&b zijn de mogelijkheden van eiser om te werken juist vastgesteld. Volgens de arbeidsdeskundige b&b is eiser in staat om de voorbeeldfuncties uit te oefenen en kan hij daarmee € 11,89 bruto per uur verdienen. Dit is meer dan het uurloon dat eiser verdiende voordat hij ziek werd. Eiser is dan ook 0% arbeidsongeschikt, aldus de arbeidsdeskundige b&b.
30 december 2019 meer dan 65% van zijn maatmanloon kan verdienen, ondanks het vervallen van een paar van de geduide functies.
17 december 2020 heeft laten vervallen en heeft vervangen door een andere functie. Gelet hierop behoeven de door eiser met betrekking tot eerstgenoemde functie naar voren gebrachte beroepsgronden geen bespreking. Dat de arbeidsdeskundige b&b een functie die deel uitmaakt van de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit in de beroepsfase heeft moeten laten vervallen en heeft moet vervangen door een nieuwe functie leidt de rechtbank echter wel tot de conclusie dat het bestreden besluit op dit punt gebrekkig tot stand is gekomen. De rechtbank ziet evenwel aanleiding dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te passeren, aangezien eiser hierdoor niet is benadeeld en het vervangen van de vervallen functie door een andere functie geen gevolgen heeft voor de inhoud van het bestreden besluit.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 748,-;
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht ten bedrage van € 48,- aan hem te vergoeden.