ECLI:NL:RBDHA:2021:12010

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 november 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
NL21.12322
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardig asielrelaas en psychische problemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Senegalese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een zitting op 9 september 2021, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Eiser stelde dat hij in Senegal te vrezen had voor de autoriteiten vanwege de moord op zijn vader, die betrokken was bij de rebellengroepering MFDC, en dat hij problemen vreesde door de zwangerschap van zijn ongehuwde vriendin.

De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser tegenstrijdig en inconsistent waren. Hoewel de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig werden geacht, vond de rechtbank dat de overige elementen van zijn asielrelaas niet voldoende onderbouwd waren. Eiser had geen overtuigende bewijsstukken overgelegd, zoals overlijdensaktes van zijn ouders, en zijn verklaringen over de omstandigheden van hun dood waren vaag. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat Senegal voor hem een onveilig land van herkomst was.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de aanvraag terecht was afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.12322

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. F.F.M. van de Kamp).

ProcesverloopBij besluit van 27 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 9 september 2021 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Jalloh. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [Geb. datum] 1994 en bezit de Senegalese nationaliteit.
2. Op 23 augustus 2019 heeft eiser voor de eerste maal een asielaanvraag ingediend. Deze asielaanvraag is bij besluit van 31 januari 2020 niet in behandeling genomen omdat op grond van de Dublinverordening [1] Italië daarvoor verantwoordelijk was. Het daartegen door eiser ingestelde beroep is ongegrond verklaard op 13 maart 2020. [2]
3. Bij besluit van 27 juli 2020 is het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier vanwege een aangifte van mensenhandel kennelijk ongegrond verklaard. Het daartegen door eiser ingestelde beroep is ongegrond verklaard op 19 januari 2021. [3]
4. De uiterste overdrachtstermijn is vervolgens overschreden omdat eiser met onbekende bestemming was vertrokken. Op 14 april 2021 heeft eiser wederom een asielaanvraag ingediend. Eiser heeft aan deze asielaanvraag, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat hij in Senegal te vrezen heeft voor de autoriteiten omdat zijn vader is vermoord vanwege diens rol binnen de rebellengroepering MFDC. [4] Eiser stelt om die reden gevaar te lopen. Verder stelt hij te vrezen voor de familie van zijn ongehuwde vriendin omdat zij zwanger van hem is geraakt.
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- De moord op de ouders van eiser vanwege de rol van de vader als rebel bij MFDC;
- De zwangerschap van de ongehuwde vriendin van eiser en de daaruit voortvloeiende problemen.
6. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw. [5] Verweerder heeft de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht, maar de andere relevante elementen niet.
7. Op wat eiser daartegen aanvoert, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
8. Eiser voert aan dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te reageren op zijn verzoek om uitstel voor het indienen van de zienswijze en door op zijn asielaanvraag te beslissen zonder een zienswijze te hebben ontvangen.
9. Uit het dossier blijkt dat er sprake is geweest van een miscommunicatie tussen eiser en verweerder rondom het ontvangen van het voornemen en het indienen van de zienswijze. Hoewel het op de weg van verweerder had gelegen om het verzoek om uitstel te onderkennen, leidt het nalaten daarvan in dit geval niet tot het oordeel dat het bestreden besluit gebrekkig is. Het verzoek om uitstel is kennelijk gedaan omdat eisers gemachtigde op 26 juli 2021 niet beschikbaar was voor het indienen van een zienswijze. Gelet op het bepaalde in artikel 3.109ca, achtste lid, van het Vb [6] had zij echter behoren te weten dat de zienswijze op deze dag moest worden ingediend. Daarnaast is ter zitting gebleken dat eiser in beroep alles naar voren heeft kunnen brengen wat hij naar voren wilde brengen.
10. Eiser voert verder aan dat Senegal door de autoriteiten van Frankrijk is verwijderd van de Franse lijst met veilige landen van herkomst. De autoriteiten van Nederland merken Senegal echter wel aan als een veilig land van herkomst. Dit is op 8 juli 2021 nog opnieuw beoordeeld en bevestigd. [7] Eiser heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat hier niet langer vanuit zou kunnen worden gegaan.
11. Vervolgens voert eiser aan dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat zijn ouders zijn vermoord vanwege de rol van zijn vader bij de MFDC en dat hij problemen heeft gekregen nadat zijn vriendin zwanger is geraakt terwijl hij niet met haar gehuwd was. De rechtbank volgt eiser hierin niet.
12. Verweerder heeft de gestelde moord op de ouders van eiser vanwege de rol van eisers vader als rebel bij MFDC niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij over deze gebeurtenissen vaag en summier heeft verklaard en dat hij zich baseert op verhalen van derden. Van eiser mag worden verlangd dat hij concretere verklaringen had kunnen afleggen, nu de gestelde gebeurtenissen volgens hem de aanleiding zijn geweest om te vluchten. Ook heeft verweerder niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij vaag en summier heeft verklaard over de rol van zijn vader binnen de MFDC. De stellingen van eiser dat hij nog jong was en dit niet besprak met zijn vader, en dat hij in Gambia verbleef terwijl zijn vader in [plaatsnaam] woonde, maken dit niet anders. Dit verhoudt zich namelijk niet met de omstandigheid dat eiser wel heeft kunnen verklaren dat zijn vader op missies ging voor staakt-het-vuren-onderhandelingen en dat hij controleerde aan checkpoints.
13. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat eiser tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de reden waardoor hij dacht te weten dat zijn vader actief was voor de MFDC. Verweerder heeft er immers op kunnen wijzen dat eiser enerzijds heeft verklaard dat hij dit kon afleiden aan de kleding van zijn vader en aan het feit dat zijn vader een geweer van het type AK-47 droeg, terwijl eiser anderzijds heeft verklaard dat hij het van de dorpelingen had gehoord. Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eiser geen eenduidige verklaringen heeft afgelegd over de kleding van zijn vader. De stelling van eiser dat de MFDC vanzelfsprekend geen eigen uniform heeft omdat Casamance niet onafhankelijk is, maakt niet dat niet van eiser verwacht had mogen worden om eenduidige verklaringen af te leggen.
14. Ook heeft verweerder niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij geen aannemelijke verklaringen heeft afgelegd over de wijze waarop zijn ouders zouden zijn vermoord. Verweerder heeft eiser kunnen tegenwerpen dat hij geen overlijdensaktes van zijn ouders heeft overlegd. Eiser stelt dat er in Senegal geen overlijdensaktes worden opgemaakt wanneer rebellen komen te overlijden. Dit is echter niet onderbouwd. Daarnaast heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de reden waarom hij de rol van zijn vader binnen de MFDC zou moeten overnemen. Eiser heeft immers enerzijds verklaard dat hij dit moest doen omdat dit traditie is, terwijl eiser anderzijds heeft verklaard dat hij het wilde doen om wraak te nemen. Ook heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat zijn verklaring dat hij van de dorpelingen hoorde dat hij moest vluchten tegenstrijdig is aan zijn verklaring dat de dorpelingen van hem verwachtten dat hij de rol van zijn vader in de MFDC zou overnemen. Eiser stelt in beroep dat niemand hem ooit heeft verboden om naar huis te gaan, maar dit vindt geen weerslag in eisers verklaringen tijdens het nader gehoor.
15. Verweerder heeft niet ten onrechte de gestelde problemen met de familie van eisers vriendin ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat de tijdlijn die eiser schetst niet klopt. Eiser heeft verklaard dat zijn ouders zijn vermoord in [Maand 1] 2013 en hij daarna niet meer is teruggekeerd naar zijn dorp. Eiser heeft verder verklaard dat hij denkt zijn vriendin zwanger gemaakt te hebben in [Maand 2] 2014 en dat hij in [Maand 2] 2014 in zijn dorp heeft gehoord dat zijn vriendin zwanger was. Eiser is echter volgens de door hem geschetste tijdlijn na [Maand 1] 2013 nooit meer in zijn dorp geweest. Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe de relatie met zijn vriendin is uitgegroeid tot een seksuele relatie. Eisers stelling in beroep dat simpelweg het ene van het andere is gekomen, is onvoldoende om dit te weerleggen.
16. Gelet op wat hiervoor is overwogen kan eiser niet worden gevolgd in zijn stelling dat Senegal voor hem geen veilig land van herkomst is omdat hij de zoon is van een actieve onafhankelijkheidsstrijder voor de MFDC.
17. Ten slotte voert eiser aan dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat hij niet in aanmerking komt voor toepassing van artikel 64 van de Vw en dat verweerder ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om een advies te vragen bij het BMA. [8] Eiser heeft een afschrift van zijn patiëntendossier van [datum] 2021 overgelegd. Hieruit blijkt niet dat eiser momenteel onder medische behandeling staat. Verweerder heeft dan ook terecht geen aanleiding gezien om artikel 64 van de Vw toe te passen of om een BMA-advies te vragen.
18. Uit het voorgaande volgt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Senegal voor hem geen veilig land van herkomst is. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw.
19. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
20. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr.J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, zaaknummer NL20.2783.
3.Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, ECLI:NL:RBDHA:2021:881.
4.Mouvement des forces démocratiques de Casamance.
5.Vreemdelingenwet 2000.
6.Vreemdelingenbesluit 2000.
8.Bureau Medische Advisering.