ECLI:NL:RBDHA:2021:12040
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen door gemeente Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Den Haag, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een oven en vaatwasser. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen, omdat volgens hen geen noodzaak bestond voor de aanschaf van een vaatwasser en de kosten tot de algemene kosten behoren waarvoor in beginsel gereserveerd dient te worden. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat zij geen lening kan krijgen en dat zij niet in aanmerking komt voor een lening bij de Gemeentelijke Kredietbank vanwege een gebrek aan afloscapaciteit.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en overweegt dat op grond van de Participatiewet alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als de aanvrager niet beschikt over de middelen om noodzakelijke kosten te dekken. De rechtbank stelt vast dat de kosten voor de oven en vaatwasser als duurzame gebruiksgoederen worden beschouwd en dat deze kosten in beginsel uit het inkomen moeten worden voldaan, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit verhinderen. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft aangetoond dat er sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. de Keuning en is openbaar uitgesproken op 1 november 2021. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.